Balansverslag

Zoals ik in mijn leesautobiografie reeds heb vermeld ben ik geen fanatieke lezer maar, ik hou wel van lezen. Mijn leeservaring voor deze opleiding was niet om naar huis te schrijven. Op de middelbare school werden mij eenvoudige verhalen en thematieken voorgeschoteld. Analyses over de verschillende boeken werden wel gehouden maar, deze waren zeer beknopt en brachten geen meerwaarde aan het verhaal. Hier zou spoedig verandering in komen.

Bij de start van het eerste semester kreeg ik te horen dat we vier boeken zouden moeten lezen, hierbij kwam ook dat we telkens een bespreking van het boek zouden moeten schrijven. Mijn eerste gevoel dat ik hierbij kreeg was paniek. Ik heb al redelijk wat boeken gelezen maar nooit op zo een korte tijd na elkaar. Ik vroeg me af, of ik de opdracht wel zou doorstaan. Ik had niet veel tijd om in paniek te blijven want voor ik het goed en wel besefte moest ik al aan het eerste boek beginnen.

Een weeffout in onze sterren een prachtig boek om de spits mee af te bijten. Voor ik het wist  had ik dit boek uitgelezen. Een verhaal over liefde en vriendschap, over leven en dood… Ik kon me zeer goed inleven in de thematiek van de roman wat het schrijven van het verslag ook vergemakkelijkte. Dit boek is niet van een hoog niveau, het is een jeugdroman. Desondanks ben ik zeer blij dat ik hier mee mocht starten, zo kon ik rustig kennis maken met de opdracht.

Mijn verslag was nog maar net gepost of het tweede boek was al op de deur aan het kloppen. Na een mooie en leuke start kwamen de harde verwoordingen en gruweldaden die beschreven werden door de wel zeer goede schrijver Jeroen Brouwers. Bezonken rood was voor mij een kleine domper op de vreugde. Ik leerde wel met een andere bril naar het verhaal kijken. In de lessen literatuur vorderden we al snel met de nieuwe begrippen, dit maakte het voor mij gemakkelijker om anders naar een verhaal te gaan kijken. Toch was ik er nog niet van overtuigd dat mijn leeservaring er op vooruit was gegaan.

Naast het lezen van vier boeken en het schrijven van verslagen moest elke student ook een groepsdiscussie houden. Een schitterend gebrek van Arthur Japin was het derde boek dat aan de beurt kwam en over deze roman mocht ik de discussie voeren. Historische romans zijn niet mijn ding maar, ik vind dat Arthur Japin een wondermooi boek heeft geschreven. Dit boek was voor mij de wending in mijn leeservaring. Bij de discussie ben ik tot een breder inzicht gekomen in het verhaal. Maar niet enkel in dit verhaal, in mijn leeservaring in het algemeen. Ik ben te weten gekomen dat je je niet enkel mag focussen op de hoofdpersonages maar, ook op de ruimte en de nevenpersonages,… Al wat rond het hoofdpersonage staat daar moet je ook aandacht aan besteden. Dat komt zeer mooi tot uiting in dit verhaal. Mis je één stukje dan is de overkoepelende betekenis van het verhaal spoorloos.

collage-2014-12-15

Boven is het stil mocht de reeks afsluiten. Gerbrand Bakker brengt op een wonderbaarlijke manier een boek zonder climax. Bij de aanvang van het boek gaf dit mij een zeer koude sfeer, later gezien past deze sfeer zeer goed bij het boek. De keuze en de volgorde van de romans dat ons werden voorgebracht door de lector vind ik zeer goed gekozen. Moest ik begonnen zijn met Een schitterend gebrek dan had ik helemaal niet dezelfde leeservaring gehad dan dat ik nu heb.

Ik heb niet meer het gevoel dat ik enkel jeugdromans kan lezen maar, dat ik ook klaar ben om de grote literatuur in te duiken. Ik wil hier niet mee zeggen dat ik een grote verandering heb doorstaan maar, dat ik mij zelfverzekerder voel en dat geeft mij een goed gevoel. Voor deze opdracht had ik mezelf op de schaal van leesniveaus van Theo Witte tussen niveau drie en vier geplaatst. Als ik hier naar terugkijk zou ik mezelf toen op niveau drie hebben geplaatst. Ik ben tevreden van mijn vooruitgang en zou mezelf nu eerder op niveau vier (interpreterend lezen) plaatsen.

Opgelegde boeken zijn meestal niet mijn ding maar, ik ben opgelucht dat deze lijst mij een meerwaarde heeft kunnen bieden. Hopelijk zal ik nog groeien tijdens mijn opleiding.

Theaterbespreking: Jongen toch

Raf Walschaerts, u kent hem ongetwijfeld als lid van de groep Kommil Foo maar, Raf is zoveel meer dan dat. Acteur, performer, entertainer en cabaretier in alles wat hij doet blinkt hij uit.
Als voorproefje op de bespreking van het toneelstuk Jongen toch, kan u hieronder de trailer zien. Zeker kijken maar, vooral genieten.

In woorden van fluweel blikt Raf (deels- autobiografisch) terug naar de tijd waar hij in dat huis woonde. Dat huis waar hij aan het begin van het stuk voorbij wandelde, dat huis waar hij opgroeide maar, waar nu zijn eerste grote jeugdliefde samen met haar man woont.

Op zaterdag 29 september ben ik in de kleine schouwburg in Overijse (mijn woonplaats) naar Jongen toch gaan kijken. Het kleine en ook enige zaaltje zat helemaal vol. Ik hoopte op een betere voorstelling dan The Marx Sisters, en dat was ook het geval. Voor de duidelijkheid wil ik meegeven dat op zaterdag 29 september de zanger Luc de Vos is overleden. Raf Walschaerts heeft zijn performance van die avond opgedragen aan de wonderbaarlijke zanger van het liedje ‘Mia’. Op een oprechte manier kondigde Walschaerts dit aan. Nog voor de voorstelling was begonnen moest ik een traan wegpinken.

Een eenvoudig zwart pak met een wit hemd, kan ik dit een kostuum noemen? Maar een kostuum was ook helemaal niet nodig bij deze onemanshow. Raf Walschaerts, hoofdrolspeler, was gewoon zijn eigen zelf en koos daarom voor een simpel pak. Op het toneel stond niet veel qua decor, een vleugelpiano, een stoel en een gitaar vergezelden Raf. Een uitbundig decor was helemaal niet toepasselijk geweest, ik ben blij dat hij ervoor heeft gekozen om het decor zo min mogelijk te houden waardoor de aandacht volledig naar Walschaerts zelf wordt getrokken. De belichting bracht ook zeker een meerwaarde aan het stuk. Deze was perfect afgestemd of de verteller: wanneer er gelachen moest worden, werd de zaal helemaal verlicht daarentegen wanneer er een droevig deel werd gespeeld was er maar een kleine straal licht op te merken.

Van het begin af aan nam de hoofdrolspeler zijn publiek op in het verhaal. Hij sprak de toeschouwers aan en gaf hierdoor een persoonlijke toets aan de voorstelling. Op een amusante en speelse manier brengt Walschaerts de topic. Ik heb mij die avond zeer goed geamuseerd maar, eigenlijk was de topic triestig, psychologisch en dramatisch. Het nadenken over je eigen gevoelens en over de gevoelens voor anderen stonden centraal. De samenhang van de verschillende metaforen en liederen zorgden ervoor dat je als kijker niet anders kon dan beginnen nadenken over de relaties tussen personen. Een fokstier met een rotleven of een olifant die een niet zo tere huid heeft zijn maar twee van de vele voorbeelden die als metafoor werden gebruikt. Verschillende losse fragmenten en flashbacks brengt de lezer dichter bij het geheel van het verhaal. Gedachten vlogen door Walschaerts’ hoofd en werden naar het publiek gegooid. De actualiteit kent zeker ook zijn plaatsje in dit stuk. U kent toch wel dat paard dat een hartaderbreuk kreeg tijdens een wedstrijd waarbij de ruiter in tranen uitbarst? Dit is zo één van de onderwerpen uit de actualiteit die Raf aanhaalt om de verbondenheid tussen mens en dier (mens en mens) te verduidelijken.

Jongen toch is een prachtig geschreven toneelstuk, met herkenbare elementen voor het gewone volk. De speler doet zich ook niet beter voor dan zijn publiek, hij stelt zich gelijk aan hen wat ik ook zeker wist te appreciëren. In tegenstelling tot The Marx Sisters. Ik vind het jammer dat de eerste voorstelling waar ik heen ben geweest zo is tegengevallen, ik had werkelijk iets goed van dat stuk verwacht. Maar Jongen toch heeft alles goedgemaakt. Ik zou zelfs graag nog eens een voorstelling van Raf Walschaerts willen bijwonen ondanks dit zeer moeilijk zal zijn.

Ik ben dit verslag begonnen met de trailer van het theaterstuk. Graag sluit ik dit af met een eerbetoon aan Luc De Vos door het nummer ‘Mia’ hieronder te plaatsen. Zijn overlijden is een waar verlies onder de Vlaamse artiesten. Ik kan mezelf geen fan noemen maar, ik wil u toch dit prachtnummer nog meegeven.

Geraadpleegde bronnen:

  1. Knack (http://focus.knack.be/entertainment/theater/theater-de-stoel-van-raf-walschaerts/article-opinion-192063.html). Geraadpleegd op 14 december 2014.
  2. Kommil foo (http://www.kommilfoo.be/recencies/raf-walschaerts-jongen-toch). Geraadpleegd op 14 december 2014
  3. Frontview (http://www.frontview-magazine.be/nl/photobook/raf-walschaerts-jongen-toch-de-singer-rijkevorsel/detail/7#.VI3qGyuG_Z0). Geraadpleegd op 14 september 2014.

Theaterbespreking: The Marx Sisters

De mevrouw aan de telefoon wist mij te vertellen dat er niet veel kaarten meer vrij waren voor dit toneelstuk. Het stuk bleek bijna uitverkocht te zijn. Ik kon me dus aan heel veel volk verwachten.

Vol ongeduld en spanning nam ik plaats tussen de rest van de toeschouwers. Eens gezeten zag ik dat de acteurs met name Natali Broods, Sara De Roo en Willem De Wolf al klaar stonden op de planken. “Zijn zij nu thee aan het drinken?” vroeg ik aan één van mijn medestudenten die mee naar de voorstelling kwam kijken. “Ja, ik denk van wel.” antwoordde zij. Doorheen het hele stuk bleven de acteurs thee drinken. Het leek wel alsof zij na elke vijf zinnen een slok namen van de mok met thee. Vervelend vond ik dit, zeer vervelend. Maar dat was niet het enige wat mij stoorde aan deze voorstelling.

De voorstelling dat ik op 20 november in het STUK in het hartje van Leuven ben gaan bekijken, is een coproductie van De Koe samen met het toneelspelersgezelschap STAN. Willem De Wolf, die zelf meespeelde in het verhaal is ook de schrijver van het stuk.

Marx Sisters

Verwarrend en ingewikkeld zijn de twee woorden die voor mij het best passen bij dit stuk. In de pers werden er zeer lovende uitspraken gedaan over The Marx Sisters maar, voor mij was dit enkel tijdverspilling. Ik geef zeer harde kritiek maar, ik kan dan ook geen enkel positief woord uitspreken over dit stuk. Verwarrend, omdat de acteurs voortdurend veranderden van karakter. Het ene moment waren ze gewoon Natali Broods en Sara De Roo en twee zinnen verder waren zij de twee dochters van Karl Marx. De twee dochters van Karl Marx, Laura en Eleonor (Tussy) daar ging het hele stuk over. Doorheen de jaren zijn de zussen uit elkaar gegroeid. De ene woont in Parijs en de jongste is actief in een socialistische beweging in Londen. Door de beslissing om brieven van hun ouders te publiceren worden de zussen echter gedwongen om terug met elkaar in contact te komen. Ik vond het stuk ingewikkeld, omdat ik letterlijk aan mijn medestudente moest vragen waar het stuk nu eigenlijk over ging. Ik had gedurende een uur geen flauw idee wat de inhoud van het stuk was. Ook de kostuums vond ik niet bij het theater passen. Losse jurken en rokken voor de twee zussen. Het moest de kijker doen herinneren aan de 19de eeuw maar, in kleding moet gevoel liggen, kleding drukt uit hoe iemand is. Dat gaven deze kostuums mij niet weer.

Na wat informatie te hebben opgezocht ben ik toch een beter beeld beginnen vormen van het stuk. Blijkt dat het voortdurend afwisselen van de personages en de werkelijke gevoelens van de acteurs met opzet is.

“Natali Broods als Laura: ‘Het is belangrijk dat we dit beeld goed voor ogen houden. Tussy, de jongste dochter van Karl Marx… Tussy, wat een verschrikkelijke naam eigenlijk.’ Sara de Roo, als Tussy: ‘Ik vind Tussy een prima naam.’ Willem de Wolf (verantwoordelijk voor de tekst en alle mannenrollen): ‘En dan zien ze elkaar.’” (Cuttingedge)

De voorstelling werd als het ware gemaakt waar het publiek bij zat. Dit verklaart ook de man die aan de zijkant van het toneel stond. Deze man stak voortdurend stekkers in stopcontacten om de verlichting te bedienen. Telkens wanneer er een tijdssprong plaatsvond of wanneer er een wending in het verhaal zat, begon de man zeer ijverig stekkers in stopcontacten te steken. Deze technici heeft verschillende keren mijn aandacht van het toneel weggenomen waardoor ik niet meer kon volgen. Over het verhaal zelf kan ik eigenlijk weinig vertellen, het zou zinloos zijn om een recensie van het internet geplukt hier helemaal over te nemen. Ik moet ook eerlijk toegeven dat ik geen minuut geboeid naar het stuk heb gekeken en dus ook niets relevant heb opgenomen. Daarom nam het ook zeer veel tijd in beslag om een bespreking te kunnen schrijven.

Wat de voorstelling eigenlijk aan zijn kijkers wou meegeven is het nadenken over zichzelf: zelfopoffering en zelfontplooiing. Ook de emancipatie van de twee zussen en dat van ons staat centraal. Er wordt ook gesproken over werk, een gezin en kinderen,… Ik vind het jammer dat ondanks de goede acteurs men er niet in is geslaagd om mij de kern van het verhaal door te geven. Ik heb vele recensies en besprekingen van het stuk gelezen maar toch blijft deze voorstelling voor mij zeer vaag.

Niet enkel België maar ook Nederland moest aan The Marx Sisters geloven. De première van het stuk vond plaats in oktober dit jaar in Amsterdam. Het stuk kan nog bekeken worden tot en met woensdag 14 januari 2015.

2

Geraadpleegde bronnen:

  1. Simber (http://www.simber.nl/2014/10/recensie-the-marx-sisters-van-stan-en-de-koe/). Geraadpleegd op 09 december 2014.
  2. Cuttingedge (http://www.cuttingedge.nl/podiumexpo/de-koe-stan-marx-sisters). Geraadpleegd op 09 december 2014.
  3. Stan (http://www.stan.be/content.asp?path=v4nhydfo&v=1). Geraadpleegd op 09 december 2014.
  4. Rotterdamse schouwburg (http://www.rotterdamseschouwburg.nl/voorstellingen/9615/De_Koe_tg_Stan/The_Marx_Sisters/). Geraadpleegd op 09 december 2014.
  5. De Koe (http://www.dekoe.be/). Geraadpleegd op 09 december 2014.
  6. Cultuurcentrum Strombeek Grimbergen (http://www.ccstrombeek.be/voorstelling/668/the-marx-sisters). Geraadpleegd op 09 december 2014.
  7. De Grote Post (http://www.degrotepost.be/e400/the-marx-sisters). Geraadpleegd op 09 december 2014.

Boven is het stil

Wanneer men van een roman een verfilming maakt is meestal één werk beter dan de ander. Maar is dit ook zo voor Boven is het stil? Voor mij alleszins niet, het boek en de film zijn elkaar waard. Deze twee werken passen prachtig samen, de film geeft een onvoorstelbaar mooi beeld van wat er zich in de roman afspeelt. Toch zijn er een paar minpunten aan de film op te merken, zoals het weglaten van bepaalde belangrijke passages en personages. De knecht, Jaap komt niet voor in de film wat ik wel zeer jammer vond, ik had graag een beeld van hem te zien gekregen omdat dit personage nogal vaag wordt beschreven in het boek. De film is zeker en vast een aanrader maar, ik suggereer dat je best eerst het boek leest en dan pas naar de film kijkt. Hieronder heb ik alvast de trailer van de film geplaatst, geniet.

Helmer is een eenzame boer die samen met zijn vader in het ouderlijk huis woont. “Ik heb vader naar boven gedragen.” (blz. 7) Dit is de eerste zin van het boek maar meteen ook een zeer belangrijk element. Door deze handeling uit te voeren maakt Helmer de eerste stap in de ontdekking naar zichzelf.
Helmer zijn toekomst gaat er plotseling helemaal anders uitzien wanneer zijn tweelingbroer op achttienjarige leeftijd in een auto-ongeluk overlijdt (1967). Vader legt Helmer een rol op: naar de colleges in Amsterdam mag hij niet meer gaan, Helmer moet de rol van de klassieke boer op zich nemen en voor de dieren op de boerderij zorgen. Deze rol was normaal gezien niet voor Helmer maar, voor Henk. Helmer voelt zich zijn leven lang verwaarloost tegenover zijn broer, Henk was de lieveling van vader en Henk zou de opvolger worden. Ondanks dat Helmer de oudste was krijgt Henk toch het statuut van eerstgeborene.

De eerste 50 à 60 pagina’s van de roman vond ik zeer saai. Er gebeurde eigenlijk bijna tot nauwelijks iets, er werden voornamelijk beschrijvingen van de personages en de ruimte gegeven. Een boek zonder climax, maar niet zonder verhaal. De woordkeuze dat Gerbrand Bakker gebruikt is zeker en vast niet van het hoogste niveau maar, voor mij geeft dit een meerwaarde aan het verhaal. Boven is het stil was zijn debuutroman en ik kan alleen maar mijn petje afdoen voor zo een goed boek. De eenvoudige beschrijvingen maken het hoofdpersonage heel levendig. Dit neemt niet weg dat alles zomaar aan de lezer wordt voorgeschoteld, heel veel wordt er voor de lezer verzwegen. Telkens wanneer je iets te weten kwam, bleef dit zeer vaag en onduidelijk. Voor mij was echter één zin uit het boek zeer expliciet: “Ik ben alleen.” (blz. 264) dit is ook meteen de laatste zin van het verhaal. Het boek heeft een open einde, een einde dat ik meestal niet apprecieer maar hier vond ik het gepast. Bakker geeft met deze laatste zin het hele verhaal in één zin weer: Helmer was een eenzame man die enkel zijn vader had maar, na de dood van vader leert hij rust kennen en is hij tevreden met zijn leven.

“Op die ijskoude februaridag waarop vader het bijna aandurfde om voorbij de strekdam te rijden, kostte het ons geen enkele moeite om als een Siamese tweeling in elkaar op te gaan. Het ging allemaal vanzelf. Als hij de gok genomen zou hebben, en het ijs ondanks de dikte de auto niet gehouden had, zouden we als één man verdronken zijn.” (blz. 151)

Wat voor mij ook opviel was dat in Helmer zijn leven alles uit twee delen bestaat. Zo heeft hij twee ezels gekocht, heeft hij twee buurjongens, zijn er twee melkrijders en dan als laatste dat er twee personen zijn die Henk heten namelijk de oude en de jonge. Dat het bij deze elementen om paren gaat verwondert mij niet. De ene kan niet zonder de andere en omgekeerd. Dat was ook zo bij Helmer zelf want wanneer zijn broer er niet meer is, is het alsof hijzelf ook niet meer bestaat. Hij verliest zichzelf door de dood van zijn wederhelft. Het is zeer mooi hoe Gerbrand Bakker dit laat overkomen bij de lezer.

De schrijver kiest ervoor om de sujet niet gelijk te stellen aan de fabel. In de roman vind ik twee verhalen terug die elk op zich in een chronologische volgorde worden verteld. Het ene verhaal speelt in op de jeugd van het hoofdpersonage waarbij je als lezer de belangrijkste personen uit Helmer’s leven leert kennen. Daarnaast vinden we het verhaal van Helmer in het heden. Naarmate het verhaal vordert komen deze twee perspectieven samen. Globaal gezien zou ik niet spreken van een chronologie omdat er voortdurend gebruik wordt gemaakt van flashbacks.

Boven is het stil- film

De ruimte waar de gebeurtenissen plaatsvinden was voor mij heel herkenbaar, een typische Nederlandse boerderij. Ik kon me de ruimte goed voor ogen brengen door de zeer gedetailleerde beschrijvingen van de auteur. Na het lezen van het boek kreeg ik te horen dat Bakker een aantal jaar als vertaler heeft gewerkt voor een natuurdocumentairereeks. Dit verklaart natuurlijk waarom deze man zo goed is in het verwoorden van de landelijke ruimte. De plaats waar het verhaal zich afspeelt is van groot belang. Zowel het kleine kamertje van vader als de woonst op zich en de boerderij in zijn geheel dragen allemaal bij tot het verhaal. Toch wil ik even stil staan bij het huis. Nadat Helmer zijn vader naar boven heeft gedragen veranderd er zeer veel, de woonkamer wordt herschildert, de vloerbekleding wordt weggehaald, meubels worden vervangen enz. Ook Helmer’s eigen kamer krijgt een nieuwe look. Voor mij was dit een belangrijk moment in het verhaal. Helmer gaat zijn ware aard tonen en ontdekt zichzelf. Hij begint stilaan open te bloeien.
Helmer is een round character, in het begin is hij zeer stil en gesloten, wanneer het verhaal meer en meer het slot nadert kan je duidelijk opmaken dat Helmer een verandering heeft doorstaan. Hiermee samenhangend is het personage Jaap. Jaap is één van de personen die ervoor zorgt dat het hoofdpersonage uit zijn schelp komt. Voor vader is Jaap enkel de knecht, maar voor Helmer helemaal niet. Op het einde van het verhaal krijgt de lezer te weten dat Helmer zijn droom is achternagegaan, eindelijk is hij naar Denemarken vertrokken. Deze reis maakt hij echter niet alleen maar samen met Jaap. Ik vind het mooi hoe Helmer uiteindelijk toch zijn droom heeft kunnen vervullen en dat hij kan samen zijn met iemand die hij graag heeft.

Als laatste wil ik het nog even hebben over de titel. Boven is het stil kan je in twee opdelen. Boven verwijst zonder twijfel naar het kamertje waar vader zijn laatste jaar heeft doorgebracht. Maar dat het stil is kan in mijn ogen naar verschillende elementen verwijzen. Het stille kan verwijzen naar de constante stilte in het huis en op de boerderij, waar enkel de dierengeluiden te horen zijn. De stilte zou ook een symbolische betekenis kunnen hebben waarbij verwezen kan worden naar de leegte in Helmer’s hart die de dood van zijn broer heeft veroorzaakt. Maar de meest voor de hand liggende verklaring is: wanneer Riet op bezoek komt moet vader stil zijn omdat zij hem niet mag horen. Zij denkt dat hij dood is. In werkelijkheid is hij nog niet dood maar symbolisch hij is gegaan wanneer Helmer hem naar boven heeft gedaan.

Geraadpleegde bronnen:

  1. De Wereld Morgen (http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2013/07/16/van-boek-naar-film-gerbrand-bakker-over-boven-het-stil). Geraadpleegd op 27 november 2014.
  2. Scholieren (http://www.scholieren.com/boekverslag/59567). Geraadpleegd op 27 november 2014.
  3. Ingeleest (http://www.ingeleest.nl/recensie/gerbrand-bakker-boven-is-het-stil/). Geraadpleegd op 29 november 2014.

Een schitterend gebrek

Onder mijn warm laken verscholen kruip ik in het leven van Lucia.

 “De wereld is vol mensen die hun leven op zoek blijven naar het wonder van de liefde zonder het ooit te zien. Het is heel simpel en vanzelfsprekend, maar onvindbaar voor wie ernaar zoekt. Het enige wat nodig is, is een andere kijk. Die kun je de mensen niet leren. Alles wat je kunt doen, is je verhaal vertellen.” (p78)

Wanneer mijn ogen dwaalden over de pagina’s werd het me al snel duidelijk dat het om een liefdesverhaal ging. Een verhaal dat wordt verteld vanuit het perspectief van een jonge vrouw, Lucia. Lucia is verliefd op Casanova, maar hij moet eerst zijn studies afmaken in Venetië. Tijdens zijn afwezigheid krijgt Lucia de pokken, deze vreselijke ziekte maakt van haar aangezicht een ware verschrikking voor diegene die ernaar moet kijken.Hier starten de problemen, Lucia wil haar geliefde natuurlijk niet kwetsen. Ze staat voor een dilemma en vlucht weg van haar ouderlijk huis in Pasiano en trekt de wereld in.

Tijdens de rondtrek van Lucia komt de lezer zeer veel elementen vanuit de Verlichting tegen. Zelf ken ik zeer weinig van deze periode omdat geschiedenis mij niet zozeer aanspreekt. Voor deze roman had ik dan ook nog nooit een historische roman in mijn handen gehad, laat staan dat ik er al een had gelezen. Japin heeft een zeer breed bereik van woordenschat. De lezer krijgt op een zeer subtiele manier te maken met allerlei woorden die verwijzen naar een vorige periode. Daardoor kreeg ik het gevoel dat ik me werkelijk in deze tijd bevond. Door het taalgebruik van Japin (dat ik zeker en vast kan appreciëren) word je als het ware in het verhaal gezogen waardoor je je geen seconde kan vervelen.

“Meer dan de uitkomst is het de keuze zelf die ons vertwijfelt. Het is de twijfel die ons onrustig maakt. Alleen in de meest extreme situaties, zodra wij voelen dat we aan ons lot niets meer kunnen veranderen, worden de gedachten uitgeschakeld. Eindelijk durven wij te vertrouwen op onze intuïtie. Die laat voor aarzeling geen ruimte. We geven ons over aan onze eerste impuls. Zo vinden wij rust. Zo overleven wij.” (p. 174)

Door slechte keuzes en een gebrek aan geld komt Lucia op het slechte pas terecht. In Amsterdam maakt ze kennis met de wereld van vieze mannen en vuile kamers, maar vooral met misbruik van haar lichaam. Het vorige citaat geeft weer hoe Lucia zich voelt in deze periode vol gruwel. Deze periode werd zeer gedetailleerd neergeschreven door Japin. Na het opzoeken van informatie ben ik namelijk te weten gekomen dat Japin gebruik heeft gemaakt van waargebeurde feiten uit de 18de eeuw. Dat verklaart natuurlijk waarom ik helemaal door de verteller werd meegenomen in de tragische opnames uit haar leven. ‘Een meisje van plezier’ is Lucia voor een lange tijd geweest. Een meisje van plezier mag ik het eigenlijk niet noemen, want het is niet zo dat Lucia dit beroep beoefende om haar plezier. Lucia heeft gevochten voor haarzelf en heeft veel tegenslagen gekend omwille van de vervormingen in haar gezicht. De pokken hebben hun strepen nagelaten op haar gezicht maar dit is niet te vergelijken met wat een invloed Casanova op haar had.

Jaren na hun eerste ontmoeting, treffen deze twee personen elkaar terug aan. Casanova weet echter niet dat het om Lucia gaat omdat, zij een sluier draagt. Het moment waarop Lucia vertelde dat zij haar gezicht zou verbergen onder een sluier vond ik schitterend.

“Zoveel jaren was het mij gelukt mijn mismaaktheid aan de buitenkant te houden, maar door verbittering was ze uiteindelijk dan toch naar binnen geslagen. Ik vreesde voor mijn ziel, en zag geen andere redding dan de smet die mij anders maakte dan anderen voor de buitenwereld te verbergen, zoals ik dat in Venetië een keer had gedaan. Zonder te vermoeden dat ik op deze wijze mijn zwakste punt tot mijn sterkste zou maken, besloot ik mij voortaan te sluieren.”  (p. 183)

Ik was heel ontroerd en kon echt met haar meeleven. Ik was blij dat zij haar leven terug kon oppikken en verder kon gaan ‘zonder’ haar handicap. De tijd van vieze mannen was voorbij, zij kon haar focussen op rijkere mannen die haar aanspraken.

Het vorige citaat geeft ook al een kleine aanleiding naar een latere passage in het verhaal. Lucia wekte mijn nieuwsgierigheid op, ik wou verder lezen om te weten te komen hoe het verhaal zou vorderen. Dit boek las dan ook als een sneltrein. In een paar dagen was het uit, normaal neem ik veel langer mijn tijd om een boek door te nemen maar dat was hier niet nodig. Bezonken rood moest worden weggelegd om de drama te doen bezinken maar dat was hier niet het geval. De manier waarop Lucia haar verhaal vertelt vanuit een alwetend perspectief hield mijn aandacht continu vast.

Lucia is een personage dat zeer sterk verandert doorheen het verhaal. In het begin van het verhaal is zij jong en naïef en schaamt zijn zich zeer sterk voor haar verminking. Wanneer zij haar sluier draagt voelt zij haar zekerder omdat niemand haar ware ‘schoonheid’ kan zijn. Zij schermt zich volledig af van de wereld rond haar door het dragen van haar sluier. Echter op het einde van het verhaal spreekt zij af met Casanova, waarbij zij haar sluier niet draagt. Dit is voor haar een zeer belangrijk moment en voor mij een zeer spannend moment. Lucia laat haar ware ik aan de wereld opnieuw zien. Er wordt met haar gespot maar dat raakt haar niet meer, zij is sterker geworden. De mensen bespotten haar uiterlijk maar niet haar persoonlijkheid.

“Mijn gebrek. Dit was het onderdeel van mijn plan waartegen ik het meest had opgezien: het nog eens open en bloot te moeten tonen. Nu het eenmaal zover was deed dit geen zeer. Integendeel. Het was zo lang weggestopt geweest dat de verandering in mijn houding mij overviel. Het zou onzin zijn te zeggen dat ik ineens zoiets als trots aan mijn uiterlijk ontleende, maar schaamte voelde ik er op dat moment evenmin voor.” (p. 222)

Om af te sluiten zou ik het graag nog even over Giacomo Casanova willen hebben. Voor ik het boek had gelezen wist ik enkel dat ‘Een Casanova’ geassocieerd werd met een vrouwenversierder maar meer wist ik niet van hem (schaamte). Als je even opzoekt op het internet kom je in een paar klikken zeer veel te weten over deze man. Hij was een avonturier en heeft zeer veel vrouwen liefgehad, maar wat hem bekend heeft gemaakt zijn de beschrijvingen van zijn leven: memoires. In een van deze memoires komt Lucia aan bod en dat is de aanleiding van dit boek. Arthur Japin wou een verhaal schrijven over Casanova waarin hij niet de hoofdrol speelt. Japin wou een verhaal vertellen over Casanova vanuit de ogen van één van de weinige vrouwen die Casanova onrecht zou hebben aangedaan. Na het lezen van deze historische roman kan je dus wel degelijk stellen dat Casanova een vrouwenversierder was maar ook een persoon dat Lucia zeer veel pijn heeft gedaan. Persoonlijk vind ik Casanova een arrogante zak, hij laat Galathée de Pompignac van hem genieten. Hij brengt zijn tijd door met haar omdat zij er volgens hem mooi uit ziet en omdat hij graag in haar gezelschap is. Maar wanneer hij Lucia ziet, die verminkt is in haar gezicht wil hij niets met haar te maken hebben. Alhoewel hij luistert naar haar verhaal en hij haar wat geld wil aanbieden, krijg ik toch het gevoel dat hij helemaal niet op zijn gemak is bij haar. Galathée de Pompignac en Lucia zijn één en dezelfde persoon, alleen is Galathée gesluierd. Casanova komt voor mij over als een persoon dat op iedereen neerkijkt zeker in het laatste deel van het verhaal wanneer hij een brief schrijft naar Galathée over de ontmoeting met Lucia.

“Zij zag er onbeschrijflijk uit. Ze kan toch onmogelijk ouder zijn dan dertig, maar dit telt niet, ze lijkt wel vijftig of ouder nog en vrouwen zijn  nu eenmaal zo oud als hun uiterlijk aangeeft.”

collage-2014-11-12

Een schitterend gebrek was voor mij een verhaal over liefde en wijsheid, over rondreizen en mensen ontmoeten, maar vooral over het feit dat je jezelf niet mag verliezen door je uiterlijk. De uitspraak die mensen over jou mag je ziel niet raken enkel de oppervlakte.

Geraadpleegde elektronische bronnen:

  1. Boekbeschrijvingen (http://www.boekbeschrijvingen.nl/japin-arthur/japin2.html#japin7) Geraadpleegd op 2014-11-10
  2. Cobra (http://cobra.be/cm/cobra/videozone/archief/boek/1.1465262) Geraadpleegd op 2014-11-11
  3. Hotel Boekenlust( http://www.hotel-boekenlust.nl/bibliotheek/j.html) Geraadpleegd op 2014-11-10
  4. Biography (http://www.biography.com/people/giovanni-giacomo-casanova-38011) Geraadpleegd op 2014-11-11
  5. Van Stockhum (http://www.vanstockum.nl/boeken/romans-spanning/literaire-roman-novelle/nl/een-schitterend-gebrek-arthur-japin-9789029573641/) Geraadpleegd op 2014-11-10
  6. Wintertuinfestival (http://www.wintertuinfestival.nl/zaterdag/) Geraadpleegd op 2014-11-10
  7. Wikipedia (http://nl.wikipedia.org/wiki/Giacomo_Casanova) Geraadpleegd op 2014-11-10

Bezonken rood

De ziel van Jeroen Brouwers, die in dit verhaal wordt blootgelegd, ligt bezonken onder de herinneringen aan het jappenkamp. Het jappenkamp, een plaats waar bloed vloeit, een plaats waar de zon altijd hoog staat, de plaats waar Jeroen zijn moeder is gaan verafschuwen.

“Ik dacht op dat moment: nu wil ik een andere moeder want deze is kapot,…” (p.141)

Een eerbetoon aan zijn moeder, is dat de bedoeling van dit boek? Ik vroeg me af hoe een auteur 152 pagina’s kan schrijven over de afkeer voor zijn moeder. Blijkt dat Jeroen Brouwers er goed in is geslaagd. Goed? Wel daar ben ik nog niet uit. Het is een verhaal dat moet aangrijpen, dat de lezer moet vasthouden vanaf de eerste pagina. Ik heb de roman reeds gelezen in het secundair onderwijs, toen sprak het boek mij ook al niet aan. Misschien door het verhaal een tweede maal te lezen dat de personages beter zouden uitkomen of dat het verhaal mij zou beroeren, maar dat was dus niet het geval.

Bezonken rood is een verhaal dat de lezer meeneemt naar gebeurtenissen uit het leven gegrepen van Jeroen Brouwers. De auteur is zeer oprecht over zijn gevoelens, hij laat nergens gras over groeien. Maar dit hoeft ook helemaal niet. Door de brute verwoordingen, kan ik mij als lezer zeer gemakkelijk in het verhaal plaatsen. Dat neemt niet weg dat er doorheen het boek zeer verwarde en nogal vreemde uitspraken aan bod komen, zoals de volgende:

“Tijdens de enkele seconden dat ik in mijn tuin stond dacht ik aan Liza, in haar libelblauwe doorzichtige kleren, jaren geleden, – en aan Liza zoals ik haar ternauwernood een maand tevoren had teruggezien. Geheiligd zij uw naam. Gezegend zijt gij. Onder alle vrouwen.” (p.45)

Sommige delen van het boek waren zeer verwarrend en complex. Het verhaal springt van het heden naar het verleden en omgekeerd. Gebeurtenissen kunnen abrupt eindigen en enkele pagina’s verder worden deze dan hervat, dit zorgt ervoor dat het boek niet aangenaam leest. Door mijn eerste ervaring met het boek had ik er bewust voor gekozen om het verhaal deze keer in stukken te lezen, door het boek zelf af te bakenen. Ik heb er zeer lang over gedaan om het boek uit te krijgen, desondanks het maar een roman is van 152 pagina’s. De roman is ook niet onderverdeeld in hoofdstukken wat het lezen er niet op vergemakkelijkt.

Jeroen is als vijfjarige jongen getraumatiseerd door het zien hoe dat zijn moeder in elkaar wordt geslagen door een jap. Vanaf dit moment, vanaf het moment dat zijn moeder ‘kapot’ is, haat hij haar. Maar hij haat niet alleen haar, hij haat alle vrouwen omdat hij als vijfjarige heeft geleerd dat vrouwen het verdienen om afgeranseld te worden. Maar, op God weet welke miraculeuze manier, kan Jeroen Brouwers iemand lief hebben. Jeroen Brouwers kan Liza beminnen, hij kan met haar vrijen, hij kan zijn lusten bij haar bevredigen. Is dit wel degelijk zo? Achteraf bekeken was Liza niets meer dan puur en alleen fantasie. Liza is een voorbeeldfiguur, de auteur verwijst verschillende keren naar Maria om aan te tonen dat Liza een goddelijk statuut krijgt voor hem. Waarom doet hij dit, wat is de bedoeling van de verwijzing naar het goddelijke? Wil hij God als troost zoeken voor de ellende die hij doorheen zijn jeugdjaren heeft meegemaakt? Of wil hij juist aantonen dat hij weldegelijk kan liefhebben, kan beminnen? De auteur blijft over sommige dingen heel vaag, onder andere over zijn vrouw en kind. Heeft het hoofdpersonage een vrouw en een kind? Dit is werkelijk zeer onduidelijk, deze personages worden tussen de regels vermeld, waardoor ik af en toe buiten het verhaal stond en de gedachtegang niet meer kon volgen.

“Hoe komt het dat ik ben zoals ik ben?” (p.23)

Een vraag die Jeroen Brouwers aan zichzelf stelt. Ik begrijp niet goed waarom hij dit zichzelf afvraagt, want voor mij als lezer is het zeer duidelijk waarom hij is zoals hij is. Het krankzinnig, vreemd en onhartelijk personage is tot stand gekomen doorheen de reis van verschrikkelijke taferelen die plaats hebben gevonden in het kamp te Tjideng. Zijn persoonlijkheid kan ook tot uiting gekomen zijn nadat zijn moeder hem had gedropt in het pensionaat. Het pensionaat komt maar heel even ter sprake, maar je merkt meteen op dat deze omgeving ook een grote stempel op het hoofdpersonage zijn leven heeft nagelaten.

Het boek is voor mij zeer duister, er komt weinig tot bijna geen geluk in voor. Ik denk dat dit te verklaren valt rond het feit dat dit boek een psychologische betekenis heeft gehad voor de auteur. Aan de hand van de twee volgende citaten leid ik af dat door het schrijven van deze roman, Jeroen de taferelen en de gruwel die in het verleden gebeurd achter zich wil laten. Hij laat blijken dat hij de herinneringen wil vergeten en wil doorgaan met zijn leven, desondanks is hij er zeer bewust van dat het verleden een grote stempel heeft achtergelaten op zijn verdere leven.

– “Wat ik heb geschreven hoeft niet langer door mij te worden onthouden, het mag nu beweging veroorzaken in de bewustheden en onbewustheden van anderen.” (p.86)

– “Een schrijver als ik leeft zijn leven twee keer, – de tweede keer wanneer hij onder woorden brengt wat hij de eerste keer heeft meegemaakt.” (p.113)

Bezonken rood is een boek dat ik niet nog is ga lezen, twee keer volstaat. Ik zou wel graag nog een boek van Jeroen Brouwers willen lezen omdat ik zijn schrijfstijl en taalgebruik apprecieer. Ik vind het best jammer dat dit boek mij voor de tweede maal is tegengevallen, ik had werkelijk meer voor ogen van dit boek dan dat het was. Een verhaal moet de lezer aan het denken kunnen zetten, het moet de lezer bezig houden en de lezer aansporen om zo snel mogelijk het boek verder te willen lezen. Dat ontbrak voor mij aan het verhaal. Er waren  spannende momenten waarbij ik door de pagina’s vloog, om te weten te komen wat er verder zou gebeuren maar vrijwel het grootste deel van het verhaal was ik niet mee door de grote tijdsprongen die zich in het verhaal bevinden. Ik kan geen klaarblijkelijk oordeel vellen over deze roman, ik bevind mij tussen twee gevoelens. Het verhaal sloot zich af wanneer ik het boek dicht sloeg, maar toch apprecieer ik de schrijfstijl van Jeroen Brouwers zeer hard.

Geraadpleegde elektronische bronnen:

  1. Lezen voor de lijst (http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/b/bezonken-rood/) 2014-10-19
  2. Boekverslag (http://www.boekverslag.nl/Verslag/Bezonken+rood/) 2014-10-19

Een weeffout in onze sterren

De essentie van een roman is de lezer meenemen in een verhaal, een verhaal waar hij zich helemaal in kan verdiepen. Tijdens het lezen van een roman neemt de verbeelding een belangrijke rol in, ze maakt haar eigen beelden over hoe de personages en het verhaal eruitzien.

De cover van de roman

Cover van de roman

Zonder ook maar één woord te hebben gelezen in de roman Een weeffout in onze sterren kon ik al afleiden dat het boek over twee geliefden ging gaan. Het is jammer dat de personages worden afgebeeld op de cover, de werkelijke essentie van het lezen van een roman was voor mij al een stuk verloren. Maar dat neemt echter niet weg dat het verhaal mij niet aansprak.

Hazel Grace Lancaster lijdt aan schildklierkanker met uitzaaiingen in de longen. Dit zestien jarig meisje uit Indianapolis, Amerika, vertelt haar eigen verhaal doorheen een rollercoaster van emoties die de moeilijke omstandigheden van kanker met zich meebrengen.

“’Ik ben net, net… Ik ben net een granaat, mam. Ik ben een granaat en er komt een moment dat ik ontplof en ik wil het aantal slachtoffers graag tot een minimum beperken.’” (John Green, 2012, p.84)

Dit citaat  geeft een duidelijke kijk op wat voor een meisje Hazel is. Hazel is zeer gesloten omdat ze bang is om de mensen die haar dierbaar zijn te kwetsen en daarom wil ze zich voor niemand open stellen, althans dat is in het begin van het verhaal zo. Doorheen het boek bloeit Hazel open, ze wordt verliefd op Augustus Waters en schept een goede band met Isaac uit de praatgroep. Liefde is de rode draad doorheen het verhaal. Liefde is een onderwerp dat in vele romans aan bod komt omdat het een onderwerp is waar elke lezer mee vertrouwd is. Het boek Someone special van Sheila O’Flanagan is een boek over een jonge vrouw die de wereld rondreist om haar beroep als archeologe uit te oefenen. Wanneer ze te horen krijgt dat haar moeder ziek is, moet ze alles achter laten om voor haar moeder te gaan zorgen. Dit verhaal gaat over liefde voor je familie, liefde en respect voor diegenen waar je het nauwst mee verbonden bent. Het verhaal doet me denken aan Hazel, hoe zijn van haar ouders houdt en haar ouders eeuwig dankbaar is voor alles wat zij voor haar hebben gedaan. Maar ook de liefde van Hazel haar ouders voor haar, hoe zij elke dag hopen op beterschap voor hun dochter.

“’Zolang een van ons in leven is, zal ik je moeder zijn,’ zei ze.
‘Zelfs als je doodgaat –‘
‘Wanneer,’ zei ik.
Ze knikte. ‘Zelfs wanneer je doodgaat, zal ik nog steeds je moeder zijn, Hazel. Ik zal niet ophouden je moeder te zijn.” (John Green, 2012, p.244)

In een brief aan Augustus haalt Van Houten de volgende stelling aan van Shakespeare.

“’Niet door een weeffout in onze sterren, Brutus, Neen, door onszelve zijn wij klein en nietig.’(John Green, 2012, p.94)”

De hedendaagse schrijver Van Houten wil hiermee stellen dat Shakespeare ernaast zat en dat de mens dus wel degelijk klein en nietig is door een onverwachte wending van het lot. Van Houten maakt hier een groot punt want Hazel en Augustus hadden een gelukkig leven samen kunnen leiden maar door hun ziektes heeft het lot er anders over beslist. Ik had nooit verwacht dat Augustus zou sterven. Van in het begin af aan was ik ervan overtuigd dat Hazel heen zou gaan. Augustus was zo gezond, hij mankeerde niets (behalve een half been). De auteur speelt zeer goed in op wat de lezer wil weten. Hij maakt de lezer nieuwsgierig maar geeft telkens antwoorden op de vragen die zouden opkomen bij de lezer. Toch maakt hij een wending in het verhaal door Augustus te laten sterven. Waarom doet hij dat? Waarom krijgt Hazel nog een kans en Augustus niet?

“Ik belde Isaac, die het leven en het universum en God in Eigen Persoon vervloekte en zich afvroeg waar die verrekte trofeeën waren als je ze nodig had, en toen realiseerde ik me dat er verder niemand was om te bellen, wat nog het verdrietigste van alles was. De enige met wie ik wilde praten over de dood van Augustus Waters was Augustus Waters.” (John Green, 2012, p.215)

De aangrijpende thematiek van de dood wordt regelmatig herinnerd aan de lezer. Je wordt als lezer continu in spannende en meeslepende situaties geplaatst. Maar door de humoristische aanpak van de auteur wordt de drama draagbaar om te lezen. Af en toe heb ik wel een traan moeten wegpinken maar de humor die aan bod komt maakt van het boek een sneltrein om te lezen. De personages en de gebeurtenissen worden zeer realistisch voorgesteld. Je zou werkelijk kunnen denken dat de personages in het echte leven zouden kunnen bestaan. John Green heeft de roman geschreven naar aanleiding van een overleden vriendin. Echter kan je nergens in het boek enige vorm van sentiment terugvinden waardoor het een zeer oprecht en eerlijk verhaal is.

“’Natuurlijk,’ zei onze kelner. ‘We hebben al onze sterren gebotteld voor vanavond,…’” (John Green, 2012, p.134)

Tijdens hun verblijf in Amsterdam was Peter Van Houten onaanspreekbaar. Hazel wou enkel weten wat er met de personages uit Een vorstelijke beproeving zou gebeuren na het einde van het boek. Antwoorden heeft Hazel echter niet gekregen omdat het boek stopt in het midden van een zin, een open einde. Net zoals in Een vorstelijke beproeving eindigt ook Een weeffout in onze sterren met een open einde. Augustus Waters schrijft in zijn laatste maanden een brief naar Hazel maar verzendt deze naar Van Houten. De brief, die eigenlijk een aaneenknoping is van verschillende gedachtegangen, komt uiteindelijk in de handen van Hazel terecht. Ik heb het gevoel dat John Green mij hetzelfde aandoet als wat Van Houten bij Hazel heeft gedaan. Ik, als lezer, word helemaal in het duister gegooid. Het verhaal heeft geen einde, wat ik jammer vind. Ik had graag de toekomst geweten van Hazel, maar ook van Isaac. Vindt Isaac dan toch nog geluk? Of blijft hij in de cirkel van tegenslagen vastzitten? John Green heeft aan zijn lezers de keuze gegeven om de overige personages een eigen lot toe te kennen. In een ander opzicht bekeken kan ik nu zelf een toekomst voor de andere personages vormen. Geen einde op papier wil niet zeggen dat er geen einde in de fantasie kan zijn.

Geraadpleegde elektronische bronnen:

  1. Bol (http://www.bol.com/nl/p/een-weeffout-in-onze-sterren/9200000026145467), 2014-10-03
  2. Liefde voor de roman (http://liefdevoorderoman.blogspot.be/2011/12/de-essentie-uitgeverij-luster.html), 2014-10-03
  3. Scholieren (http://www.scholieren.com/boek/12533/the-fault-in-our-stars/zekerwetengoed), 2014-10-03

Mijn leesautobiografie

Lezen is niet altijd mijn sterkste punt geweest. In de basisschool merkte ik al vrij spoedig op dat ik achter stond qua leesniveau ten opzichte van mijn medeklasgenoten. Naschoolse bijlessen hielpen mijn niveau naar omhoog brengen, maar toch bleef ik niet vloeiend lezen. Veel oefenen was dus zeker de boodschap. Ik las verhalen voor aan mijn zus uit het kinderboek 365 nieuwe dieren verhalen, voor elke dag van het jaar was er een kort verhaaltje voorzien. Het boek Leesplezier met leuke kabouterverhalen heb ik meer dan één keer gelezen. Het dunne kinderboek vond ik zeer amusant, zowel voor ontspanning als ter voorbereiding op leesoefeningen voor school. Vlot leren lezen heeft heel veel tijd gekost maar uiteindelijk door veel boeken te lezen en om te gaan met taal in de klas, was ik voorbereid om naar het secundair onderwijs te gaan.

In de eerste graad van het secundair onderwijs werkten de leraren vooral met boekenpakketten die de leerling doorheen het jaar moest lezen en daarvan een boekbespreking moest schrijven. Boekbesprekingen maken vind ik geen goede manier om te toetsen of een leerling het boek al dan niet heeft gelezen en/of een leerling van het boek iets begrepen heeft. Kinderen moeten leren omgaan met boeken en met taal, daarom vond ik de onderwijsmanier van mijn leerkracht in het vierde jaar uitstekend. Deze meneer liet ons boeken lezen en films bekijken die zeer educatief waren en liet ons vervolgens creatief te werk gaan over deze werken. Boeken en films werden geanalyseerd, bekritiseerd, en er werd over gediscussieerd. We mochten plannen opstellen om het boek of de film te verbeteren, wat we anders zouden hebben gedaan moesten wij het verhaal verteld hebben. Deze leerkracht zette mij aan om te lezen, hij motiveerde mij. Aan de hand van deze motivatie ben ik bij het boek De helaasheid der dingen van Dimitri Verhulst terecht gekomen. Dit boek heeft me echt geïnspireerd en me aangezet om me meer te gaan verdiepen in taal. Vanaf dit moment ben ik zeer veel boeken beginnen lezen, zoals bijvoorbeeld Suikerspin van Erik Vlaminck of Lange dagen van Pia De Jong. Na de tweede graad ben ik overgestapt naar de studierichting moderne- talen wetenschappen omdat ik me meer wou focussen op talen. In de laatste twee jaren van de middelbare school werd de nadruk zeer hard gelegd op het lezen en analyseren van boeken. Boekbesprekingen werden niet meer geschreven maar wel het globaal begrijpen van boeken stond centraal. Één van deze opdrachten was om een bepaalde Nederlandstalige schrijver uit te kiezen en hierover een biografie te schrijven, waarbij we verschillende boeken moesten lezen en deze linken aan de schrijfstijl en het leven van de schrijver. Ik had gekozen voor Hugo Claus. De boeken die ik voor deze opdracht had gelezen waren onder andere Vrijdag, Een bruid in de morgen en Het haar van de hond. In mijn laatste jaar koos ik als onderwerp voor mijn eindwerk, homoseksualiteit. Rond dit onderwerp heb ik de boeken Cadans en Dubbel leven van de auteur Micha Meinderts gelezen. Deze boeken vond ik niet zo goed en waren ook niet aangenaam om te lezen, maar deze opdracht heeft me wel geleerd hoe je twee boeken met mekaar in verband kunt stellen. Als ik een top drie van boeken zou moeten geven dan zou het zeker De helaasheid der dingen van Dimitri Verhulst zijn, samen met Heerlijke nieuwe wereld van Aldous Huxley en als laatste Het haar van de hond van Hugo Claus. Het boek van Aldous Huxley heb ik in de Engelse versie (A brave new world) voor het vak Engels gelezen. Dit boek bevat zeer veel verschillende stijlen en is zeer aangrijpend maar af en toe ook moeilijk om te lezen. Literatuur hoeft niet altijd gemakkelijk te zijn en daarom vond ik het leuk om een boek te lezen waarbij je continu je aandacht moet bijhouden.

Het aangename aan een boek is dat je zelf een beeld kan vormen over de personages en de gebeurtenissen die plaatsvinden in het boek. In de ‘zes literaire competentieprofielen’ van Theo Witte situeer ik mezelf op niveau 3, reflecterend lezen. De eenvoudige literatuur die ik aangeboden kreeg gedurende de middelbare school was aangenaam om te lezen. Het nadenken en discussiëren over de boeken met mijn medestudenten vond ik altijd zeer interessant. Boeken moeten niet altijd over alledaagse dingen gaan voor mij. Het boek Heerlijke nieuwe wereld van Aldous Huxley is een fictief boek dat gaat over hoe dat de wereld er in de toekomst zal uitzien. Het boek neemt zeer veel wendingen aan en verloopt niet altijd in chronologische volgorde. Boeken die vol verrassingen zitten lees ik graag. Ik had me eventueel ook op niveau 4, interpreterend lezen kunnen plaatsen, maar ik ben niet vertrouwd met bijvoorbeeld culturele historische kennis. Als een boek veel tijd vraagt vind ik dit niet erg want ik lees heel graag. Ik merk dat ik zowel kenmerken van niveau 3 als van niveau 4 van de ‘zes literaire competentieprofielen’ van Theo Witte bevat. Literatuur mag voor mij zowel educatief als ontspannend zijn, zolang ik maar plezier kan beleven aan het lezen.