Presentatie

Inleiding

Voor de creatieve opdracht van het boek Het raadsel van alles wat leeft – en de stinksokken van Jos Grootjes uit Driel heb ik ervoor gekozen om een ‘presentatie’ te maken.

Ik heb de belangrijkste elementen uit elk van de elf delen geselecteerd en samengevoegd in een presentatie. Deze presentatie verloopt volgens de volgorde van het boek.

Ik vond het heel moeilijk om voor dit informatief boek een geschikte creatieve opdracht te vinden. Eerst dacht ik de experimenten in het boek uit te voeren, maar snel bleek dat ik niet al het materiaal had noch het geduld om die tot een goed einde te brengen. Vervolgens wou ik aan de slag gaan met een fotoboek, maar aangezien het originele boek reeds zeer veel afbeeldingen bevat, vond ik dit niet relevant. Tot ik op het idee kwam om een presentatie te maken.

Via volgende link komt u op de Prezi-presentatie terecht: Presentatie.
Tip: u kan best het geluid aanzetten, bij het bekijken van de presentatie.

15748675_10211753163489647_1345159471_o

Doel

Ik heb deze presentatie gemaakt met oog op volgend jaar. Ik heb de presentatie zo opgesteld dat de verschillende vragen die aan bod komen, de leerlingen ondersteuning bieden bij het bekijken van het boek. Ik moet er wel duidelijk bij zeggen dat het in deze les zou gaan om tekstervarend lezen, waarbij voornamelijk de inhoud en de leeservaring van de leerlingen wordt besproken.

Om de structuur van het boek een beetje over te nemen in de presentatie, gebruik ik geregeld afbeeldingen en prenten die uit het boek komen. Op deze manier zullen de leerlingen sneller de link kunnen maken tussen het boek en de presentatie.

Het hoofddoel is natuurlijk om de leerlingen kennis te laten maken met een informatief boek en dat zij hierbij hun eigen mening kunnen vormen over de inhoud van het boek.

De presentatie is om bovenstaande redenen dan ook eenvoudig te plaatsen binnen een lessenreeks waar het informatieve jeugdboek centraal staat.

Opzet

Wat staat er nu precies in de presentatie en waarom?

Eerst en vooral heb ik elk deel afzonderlijk bekeken en heb ik de belangrijkste informatie uit elk deel geselecteerd. Zo kreeg ik een overzicht welke informatie ik in de presentatie ging plaatsen. Ik kwam ook tot de conclusie dat niet elk deel even relevant was. Zo, bevat deel zes geen cruciale informatie om het verdere verloop van het boek te kunnen volgen. Ik heb deel zes dan ook niet toegevoegd aan de presentatie.

Nadien ben ik gaan nadenken hoe ik de informatie kan overbrengen op de leerlingen. Dit heb ik gedaan door middel van prenten en afbeeldingen uit het boek te gebruiken. Het is belangrijk dat de leerlingen de structuur van het boek begrijpen en dat zij de belangrijkste informatie uit een boek leren selecteren.

Bij de bespreking van het doel van de presentatie heb ik gezegd dat ik de leerlingen hun tekstervaring onder woorden wil laten brengen. Daarom heb ik bij de verschillende delen vragen geplaatst die de leerlingen kunnen beantwoorden. Aan de hand van deze vragen gaan de leerlingen aan de slag met de inhoud van het boek, maar ook met hun eigen tekstbeleving. Deze richtinggevende vragen zorgen ervoor dat de leerlingen gaan nadenken over het boek en over informatieve boeken in het algemeen.

Daarnaast heb ik geprobeerd om de van de presentatie iets creatief te maken, door gebruik te maken van leuke geluiden of een filmpje van de Amerikaanse tv-serie The Big Bang Theory. De leerlingen kennen de tv-serie ongetwijfeld en zullen het dan ook fijn vinden om eens naar een kort filmpje te kunnen kijken.

Ik heb reeds vermeld dat ik de experimenten heb proberen uit te voeren, maar dat ik die door mijn ongeduld en gebrek aan materiaal en tijd niet tot een goed einde heb kunnen brengen. Ik zou de leerlingen de experimenten wel thuis laten uitvoeren. Dit zijn leerrijke en leuke experimenten die de leerlingen eenvoudig thuis kunnen doen. Op deze manier kunnen zij nogmaals reflecteren omtrent de ondersteuning van de prenten op de tekst.

Wanneer de leerlingen de verschillende delen hebben overlopen, is het de bedoeling dat zij hun eigen mening kunnen staven aan de hand van goede argumenten.

Ten slotte sluit ik de presentatie af met een besluit. In dit besluit keer ik terug naar de verschillende aspecten die besproken zijn gedurende de presentatie. De leerlingen vormen een synthese en werpen een blik op het denkproces dat ze hebben doorgemaakt.

Logboek

3835880620

De buitenkant van het boek nodigt uit om te lezen, wat voor jongeren zeer belangrijk is. Elementen zoals de zin: “dit boek is van…” op de eerste pagina, prenten en de opstelling van de hoofdstukken sporen jongeren aan om zich te verdiepen in het boek. Zal dit boek ook mij bekoren?

VOORWOORD – blz. 10

Het is niet eenvoudig om aan een jonge doelgroep een non-fictie verhaal voor te schotelen zonder dat zij na twee pagina’s reeds in slaap vallen. In de eerste pagina’s merk je als lezer al op dat de schrijver komische woorden en woordspelingen gebruikt om het verhaal op een leuke manier te brengen. Hopelijk houden die leuke woorden ook mijn aandacht vast, om door dit informatief verhaal te kruipen.

DEEL 1

Het boek bestaat uit elf grote delen die elk nog eens onderverdeeld zijn in kleine hoofdstukken. Per hoofdstuk wordt er een centrale vraag  besproken en toegelicht. Ga ik mezelf vragen kunnen stellen over de inhoud wanneer elk hoofdstuk zelf vragen beantwoord? (blz. 14)

Doordat je als lezer rechtstreeks wordt aangesproken, kom je zeer dicht bij de informatie te staan. De auteur wil je iets bijbrengen en hij verlangt dan ook dat de lezer aandachtig is. Wat ik een goede methode vind om jongeren en kinderen te blijven boeien.

Het boek is gericht op jongeren, dat merk je ook meteen aan de opmaak. De verschillende kleuren en prenten maken dat de informatieve kant van het boek ondersteund wordt door aantrekkelijke en opvallende elementen.

DEEL 3

De plezierige schrijfstijl maakt dat het boek niet gaat vervelen. Door een kritische bril kijkend naar de verschillende hoofdstukken, kan ik opmaken dat er spreektaal in het verhaal verscholen zit. Verscholen is misschien niet de juiste woordkeuze, want deze valt namelijk zeer fel op. “Gezellig hè?” (blz. 36) Zinnen zoals deze zijn zeer leuk om met de ogen over te gaan als jonge lezer, maar ze geven een vertekend beeld van hoe een informatief boek er werkelijk uitziet. Daarentegen zouden jongeren een puur informatief boek heel saai en vervelend vinden. Een gulden middenweg zoeken is niet eenvoudig, maar Schutten is er in geslaagd om de werkelijkheid weer te geven op een ondeugende manier.

Over twee pagina’s krijg je soms een hele hoop aan informatie onder je neus geschoven. Het is dan ook zeer praktisch dat je af en toe een korte samenvatting krijgt zodat je weer helemaal mee bent.

DEEL 4

Het eerste hoofdstuk van het vierde deel behandelt de Darwinvinken, een niet te missen onderwerp in verband met de evolutie. Het hoofdstuk start met een verduidelijkende tekening, waaronder enkele citaten staan omtrent de evolutietheorie van Darwin. De citaten zijn een leuke insteek, maar van wie zijn deze citaten? Er staat nergens een bron vermeld. (blz. 40)

Op bijna elke pagina staat een afbeelding. Deze prenten dienen ter verduidelijking van de tekst. Is het werkelijk noodzakelijk om bij elke uitleg een prent te voorzien? Ik vind van niet, de verklaringen worden goed uitgelegd en hebben niet altijd een visuele ondersteuning nodig. (blz. 50)

DEEL 7

Af en toe worden kleine experimenten toegelicht. De lezer kan deze eenvoudig thuis uitvoeren en het effect zelf ervaren. (blz. 76) Ik heb het experiment zelf uitgevoerd, maar het is helaas meermaals mislukt. Ik denk dat dit ook voornamelijk te wijten is aan het feit dat ik geen geduld heb. Desondanks is dit zeker een voortreffelijke manier om de theorie tot leven te wekken.

raadsel-boek-presentatie011

DEEL 8

Ik heb reeds gezegd dat niet alle prenten een even grote bijdrage leveren. Ik krijg op dit moment het gevoel dat er maar wat wordt getekend en niet meer wordt nagedacht. De prent op pagina 94 mag naar mijn mening niet in een kinderboek staan. Twee dieren die elkaar aan het berijden zijn, dat hoort niet thuis in een kinderboek. De tekstballon die is toegevoegd met “Yeah baby” moet zeker verwijderd worden. Dit is voor mij not done!

15724139_10211747125498701_1506989605_n

DEEL 9

Op een subtiele manier brengt de verteller jouw empathisch gevoel ten opzichte van ‘anderen’ naar boven. “Heel soms worden kinderen geboren waarbij zo’n kieuwboog niet helemaal gesloten is. Zo’n kind moet dan geopereerd worden. Het is een van de nadelen die is ontstaan doordat we een vis als voorvader hebben.” (blz. 115) Die ‘anderen’ die dit hoofdstuk lezen zullen zich aangesproken, maar niet aangevallen of minderwaardig voelen. De komische ondertoon in de alinea maakt het onderwerp lichter en gemakkelijker te verduren, wat voor jongeren een toegankelijke wijze is om hen een ‘probleem’ aan te kaarten.

Ik heb reeds vermeld dat de prenten niet steeds een ondersteunende factor hebben ten opzichte van de tekst. Echter hebben de pagina’s 120 en 122 mijn ogen geopend. Meteen onder de titel is een prent geplaatst. Je bekijkt de prent aandachtig en denkt na over de achterliggende betekenis. Zo, word je als lezer meteen zelf al aan het denken gezet. Ik vind dit een zeer goede manier om het denken en leren van jongeren te stimuleren. Wanneer zij de tekst hebben gelezen, kan de bijkomende tekst verduidelijking brengen en koppelen zij hun ideeën aan de werkelijkheid.

DEEL 10

Het hele boek kijkt terug naar het verleden: de evolutie. Het is ook eens interessant om te kijken welke gevolgen deze evolutie heeft op de toekomst, zoals op bladzijde 153. Zullen we antwoorden krijgen op de nog vele onopgeloste vragen? Het is voor jongeren zeer interessant om eens na te denken over welke aspecten uit de evolutie of revolutie hun toekomst zou kunnen bepalen. Het komt ook hier weer naar voren dat de verteller jongeren rechtstreeks wil aanspreken. De combinatie van de vele prenten, de lol die in het verhaal verscholen zit en de inhoud van het boek, maken dat de lezer (van welke leeftijd ook)  aan het boek gekluisterd blijft tot het einde.

TOT SLOT NOT DIT… – blz. 156

De vraag die ik me doorheen het hele boek heb gesteld is: “Is deze informatie betrouwbaar en correct?” In het slot geeft de verteller mij op de vorige vraag een antwoord. Uit de voorlaatste alinea maakt hij duidelijk, dat hij reeds veel onderzoek heeft gedaan. Dit maakt voor mij het boek een betrouwbare bron om op terug te vallen, wil ik ooit nog eens iets te weten komen over de evolutietheorie. Of wanneer ik in een les aan de leerlingen wil duidelijk maken dat een non-fictie verhaal niet per definitie saai hoeft te zijn.

In de laatste alinea verklaart de auteur wat de lezer met de informatie uit het boek moet. Een zeer goed einde van het boek, naar mijn mening. De lezer wordt niet achtergelaten met de vraag: “Wat moet ik hier nu eigenlijk mee?” Desondanks sluit het boek af met een veronderstelling, wat de lezer dan weer verder aan het denken zet. Geen antwoord is juist of fout, iedereen is vrij om te geloven in wat hij of zij wenst te geloven.