Mijn verwachtingen waren zeer hoog toen ik begon met lezen. Ik heb al meermaals te horen gekregen dat ik het boek moest lezen, het zou een echte aanrader zijn. Toen ik het van een familielid kreeg besloot ik dan ook om het te lezen.
DEEL I
Hoofdstuk 1
Dokter Hoppe, het hoofdpersonage van het verhaal, wordt meteen in de spotlight geplaatst, maar niet in de positieve zin van het woord. Waarom bestempeld de auteur hem meteen met een slechte naam. Zijn drieling is misvormd, maar de beschrijving die de jongeman geeft over de drie kindjes is op zijn minst uitgedrukt onethisch. (p. 9)
De inwoners van het dorp zijn zeer nieuwsgierig en werkelijk één voor één bemoeiallen. Ze neuzen in de zaken van de dokter en willen alles over hem, zijn verleden en zijn toekomst weten. Hebben de inwoners van het dorp niets beters te doen?
Hoofdstuk 2
De plotselinge omslag bij de inwoners was niet onvoorspelbaar. De dokter heeft een kind gered van de dood, iedereen ziet hem nu als een held. Wanneer de dokter zijn kinderen komt tonen in het buurtcafé is heel het dorp uitgelaten. Iedereen is opgewekt over de komst van de dokter, maar de meesten zijn voornamelijk nieuwsgierig naar die drieling. Wat is er nu werkelijk aan de hand met die drie jongens. Niemand omschrijft wat het exacte probleem precies is. En de uitspraken van dokter Hoppe maakt dat het alleen maar ingewikkelder wordt. ‘Ach wat een verrassing! Ze zien er alle drie hetzelfde uit!’ riep hij met een zucht van verlichting. Hij keen even over zijn schouder naar de dokter en richtte vervolgens zijn blik opnieuw naar de wieg. Dokter Hoppe knikte. ‘Helemaal. En niemand geloofde dat ik het kon.’ (p. 22)
Op pagina 26 kom ik te weten dat de kinderen nooit een moeder hebben gehad. De auteur, Stefan Brijs, blijft nog steeds mysterieus. Niet ondenkbaar, aangezien het boek 429 pagina’s telt.
Hoofdstuk 3
We komen de gedachten te weten van bijna iedereen in het verhaal. Het is misschien nog wat vroeg om te zeggen, maar er is sprake van een alwetend perspectief: de auctoriale verteller. Dit is een traditionele schrijfwijze, maar tot nu toe past het zeer goed bij de spanningsopbouw van het verhaal. Je krijgt de gedachten van iedereen, maar je komt nooit echt alles te weten waardoor je als lezer in het ongewisse wordt gelaten. (p. 30)
Hoofdstuk 4
Een nieuw personage, Charlotte Maenhout, wordt voorgesteld. (p. 33) Zij zal op de jongens van Victor Hoppe passen terwijl hij druk bezig is in zijn dokterspraktijk. Hopelijk komen we via haar meer te weten over de drieling en het leven van de dokter.
Waarom is het voor de dokter zo belangrijk dat de oppas Nederlands kan en nog specifieker het liedje ‘Het zandmannetje’ kent? (p. 37)
Noch de drieling, noch de dokter zelf keken iemand aan in de ogen. Zou de dokter soms slechte ervaringen achter de rug hebben met persoonlijk contact?
Er wordt door de inwoners van het dorp verondersteld dat de moeder van de drieling dood is, maar Victor Hoppe heeft dit nooit gezegd. Mogen we dit dan wel aannemen? Volgens mij is er veel meer aan de hand dan wat de inwoners denken. (p. 46) Dit kan ik afleiden aan de mysterieuze en zwijgzame schrijfstijl. Brijs laat niets volledig op de lezer afkomen. We krijgen elk hoofdstuk slechts één puzzelstukje uit de puzzel van duizend stukken.
Hoofdstuk 6
Ondertussen zijn we al heel wat wijzer geworden in verband met de situatie van de jongens. Hun haar is allemaal uitgevallen, de dokter doet verschillende onderzoeken op hen en de dokter is niet zo een brave man als hij doet blijken. Het moment waarop Frau Maenhout de jongens in bad wil steken, merkt ze een wit gaasje tussen de schouderbladen van elk kind. De jongens waren door hun vader gestraft, omdat zij de polsbandjes hadden verwisseld. Nu kon niemand hen ooit nog uit elkaar halen want aan de hand van zwarte getatoeëerde vlekjes tussen hun schouderbladen kon men de drieling uit elkaar houden. (p.66) Dit is onwaarschijnlijk? Ik begrijp de reactie van Frau Maenhout volledig. Wie brandmerkt zijn eigen kinderen?
Hoofdstuk 8
Frau Maenhout speelt een belangrijke rol in de opvoeding van de drieling. De drie kinderen worden dagelijks door haar verzorgd, je zou zelfs kunnen denken dat het hun moeder was. Omdat de opvoedster en de kinderen zo een goede band hebben opgebouwd, wil de dokter dat zij hen dan ook lesgeeft.
‘U overvalt mij, Herr Dokter. ik heb tijd nodig,’ zei ze. ‘Ik wil erover nadenken.’
‘Morgen wil ik het weten. Het is in het belang van de kinderen, Frau Maenhout. En van de anderen. Alle anderen.’ Ze begreep hem niet. ‘Wat bedoelt u? Welke anderen?’ ‘De mensen.’ (p.80)
Waar heeft hij het toch altijd over? Het lijkt alsof Herr Dokter de mensheid wil verbeteren. De experimenten die hij uitvoert op de jongens komen in mijn hoofd. Zouden de proeven hiermee iets te maken kunnen hebben?
Ik zou graag eens een kijkje willen nemen in het verleden van de dokter. Reeds op verschillende punten in het verhaal haalt de dokter vreemde stellingen aan die misschien iets met zijn verleden te maken zouden kunnen hebben. ‘God heeft niets gedaan om Hem te redden toen Hij aan het kruis hing. Zijn eigen Zoon. Moeten wij dat beeld onthouden? Moeten wij daaraan herinnerd worden?’ (p. 89) Zou dit kunnen wijzen op zijn relatie met zijn eigen vader?
Hoofdstuk 9
Wat gebeurt er toch allemaal in dat huis? Gabriël valt uit het raam op de vierde verjaardag van de drieling, maar een week later stond hij weer in één van de kamers van het huis. Hoe kan een kind, dat zo zwak is, een val van zo hoog overleven? Wat haalt de dokter toch allemaal uit met zijn eigen zonen? En wat is de bedoeling van al die nare experimenten? Wil hij een soort van genezing ontdekken of is hij met iets helemaal anders bezig? (p. 106)
Herr Hoppe is een zeer onzekere man. Dat blijkt zo uit verschillende passages, maar de regels die mij hiervan hebben overtuigd zijn de volgende: ‘Gelooft u mij niet, Frau Maenhout? Twijfelt u ook al aan mij. Ik vertrouwde u. ik heb u altijd vertrouwd en nu zegt u dit.’ (p.107)
Hoofdstuk 10
Frau Maenhout was tot nog toe overgekomen als een verstandige vrouw, maar het tegendeel werd bewezen wanneer de beslissing nam om met de drieling naar het Drielandenpunt te gaan. Ze moest zelf goed genoeg hebben geweten dat de jongens niet in staat waren om zo een zware tocht te doorstaan, laat staan zo vroeg in de ochtend. Ondanks dat ze de jongens meenam op uitstap met de beste bedoelingen, heeft ze het leven van de jongens in gevaar gebracht. (p. 129)
Waarom koos de auteur net voor die locatie? Is het Drielandenpunt een symbolisatie voor de drieling van de dokter?
Hoofdstuk 11
De puzzelstukken beginnen in elkaar te vallen. Ik had in het begin reeds een vermoeden dat Frau Maenhout een spoor zou ontdekken en dat heeft ze ook gedaan. De tijdschriften en fotoalbums verklappen dat Victor Hoppe genetische experimenten doet met embryo’s van zoogdieren. Zoogdieren, dus ook mensen. Zou Victor zijn eigen kinderen genetisch hebben gemanipuleerd? (p. 136)
Het eerste deel eindigt op een zeer onwaarschijnlijke manier. Vanaf de komst van Charlotte Maenhout had ik reeds een voorgevoel dat er met haar iets zou gebeuren. Mijn vermoeden is uitgekomen. Herr Dokter en Frau Maenhout zitten midden in discussie wanneer de stoppen bij de dokter doorslaan en hij haar niet gewild van de trap duwt. (p. 143)
DEEL II
Er zijn twee dingen die me meteen opvallen bij het begin van deel II: ten eerste wordt er geen onderverdeling meer gemaakt in hoofdstukken en ten tweede gaat het verhaal niet verder op de dood van Frau Maenhout. We bevinden ons dus in een andere tijdsperiode.
Het verhaal situeert zich in het tweede deel in het verleden, voor de drieling. Op pagina 147 wordt er eerst een korte beschrijving gegeven van de professionele leven van de dokter. De inleiding eindigt met wederom een zin die de mysterie van het verhaal doet aanwakkeren en die ervoor zorgt dat je als lezer alleen maar zo snel mogelijk alles te weten wil komen.
Maar het is slechts de halve waarheid. Sterk uitvergroot komt er een ander verhaal aan het licht. (p. 147)
Welk verhaal? Maar ik heb een sterk vermoeden dat dat verhaal toegelicht zal worden in dit deel.
We komen meteen te weten dat Dokter Hoppe zich in het verleden heeft beziggehouden met het klonen van zoogdieren, onder andere muizen. Het contrast tussen de twee delen is groot. In het eerste deel bleef alles een groot raadsel, tegenover in deel twee is Brijs zeer direct en verteld hij waar het op staat. Vanwaar die omslag in vertelstijl?
Op pagina 151 is er opnieuw een verschil op te merken met het eerste deel. Het tweede deel bevat namelijk twee tijd-en verhaallijnen. De ene verhaallijn vertelt het verhaal van Dokter Hoppe die medische experimenten uitvoert en de andere verhaallijn vertelt het verhaal van de jonge Hoppe in zijn jeugdjaren. Deze twee verhaallijnen wisselen elkaar steeds af en worden van elkaar gescheiden door de typografische tekens van drie sterretjes.
De continue afwisseling tussen de twee tijdsperiodes maakt dat je als lezer heel aandachtig dient te zijn. Je kan je niet afwenden van het verhaal, want dan zou je belangrijke details kunnen missen. Ik vind het een zeer slimme en goede werkwijze van de auteur. Op deze manier bevindt de lezer zich tegelijk in twee verschillende tijdsperiode, fases van Victor Hoppe’s leven. De samensmelting van de twee verhaallijnen maken dat ze parallel tegenover elkaar komen te staan. Dit heeft er bij mij voor gezorgd dat ik meteen wist hoe belangrijk Victor’s jeugd was voor zijn latere leven.
In 1945 wordt Victor geboren. De jongen heeft een gapende wonde ter hoogte van zijn bovenlip: een hazenlip. Deze aandoening werd in die tijd beschouwd als het verscholen kwaad dat in de jongen aanwezig was. De kapelaan beslist voor de ouders dat het beter is om de jongen in een gesticht te plaatsen. (p.159) Het verschil tussen vroeger en nu wordt in deze passage zeer realistisch weergegeven. De taboes die in die tijd aanwezig waren, zijn vandaag de dag reeds weggeveegd. Het is aangrijpend om te lezen hoe de gedachtegang van de mensen toen zo allesbepalend was. Een paar pagina’s verder kan je lezen hoe Victor Hoppe vandaag de dag zou worden gezien als een jongen of man met het syndroom van Asperger: autisme. Het is vreselijk om te lezen hoe mensen in die tijd kinderen beschouwden als debiel, simpelweg omdat men niet begreep wat er precies aan de hand was met het kind. Brijs speelt met tijd en met de gedachtegang van vroeger en nu. Hij geeft dit zeer mooi weer, op een aangrijpende manier. Het raakte mij diep in het hart.
Van Victor Hoppe werd dus gezegd dat hij debiel was. omdat hij geen woord sprak, gingen de zusters ervan uit dat hij ook geen woorden kende of begreep. Zo gedroeg hij zich ook. (p. 164)
Uit de verschillende passages waar we te weten komen hoe Victor Hoppe één van de vrouwen van het lesbische koppel zwanger maakt, blijkt dat Victor een fervente wetenschapper is. Met emotionele gevoelens kan hij niet omgaan en hij bedriegt de twee vrouwen dan ook continu. (p. 200) In het eerste deel kwamen we voornamelijk zijn mysterieuze en eigenaardige karakter te weten. In het tweede deel daarentegen merken we zijn fascinatie voor wetenschap voornamelijk op en dat alles daarvoor moet wijken.
De puzzelstukjes vallen langzamerhand in elkaar. Ik ben als lezer continu bezig met het achterhalen van de linken tussen de twee delen. Je brengt de twee delen samen en probeert zo zelf als lezer op zoek te gaan naar verklaringen voor gebeurtenissen. Brijs zet de lezer zelf aan het denken, maar brengt de lezer daarbij ook in verwarring. Dat doet hij door informatie achter te houden. Een slimme zet, want zo blijf je als lezer vastzitten aan het verhaal.
Zoals ik reeds heb opgemerkt haalt Brijs verschillende keren de maatschappelijke verschillen aan tussen vroeger en nu. Dat doet hij weer wanneer de novice ‘ontdaan’ wordt van haar ongeboren kind. Een zuster mag niet zwanger zijn en officiële abortus bestond nog niet. Het is onwaarschijnlijk om te denken hoe de zusters in die tijd aan het werk gingen om een moeder ‘te bevrijden’ van haar zonde. (p. 210) Wat wil Brijs nu werkelijk aantonen met de vele tijdsverschillen en maatschappelijke verschillen die hij beschrijft?
In het eerste deel vroeg ik me af waarom Victor Hoppe niet wilde dat Frau Maenhout aan zijn zonen voorlas uit de Bijbel. In deel twee komen we te weten dat hij de Bijbel niet begreep. Victor nam alles letterlijk op en alles moest bewezen worden om waar te zijn, zo ook de Bijbelverhalen. Die verhalen waren voor hen onwaarschijnlijk moeilijk om te begrijpen, dat hij zelfs na een tijdje de moed opgaf. Brijs speelt nogmaals met informatiewisseling. Vragen uit het eerste deel worden beantwoord door gebeurtenissen uit het verleden, het tweede deel. (p. 245)
In het laatste jaar van de lagere school gingen al de kinderen van de klas samen op schoolreis, of hoe zij het noemden bedevaart. Zo, was ook Victor Hoppe van de partij. De leerlingen gingen naar de cavalerieberg te La Chapelle. La Chapelle was dat niet de plaats waar Victor in het gesticht heeft gezeten en waar ze hem debiel hebben verklaar? En waarom riep Victor ‘ELI, ELI, LAMMA SABAKTANI!’ aan het einde van de kruisweg? (p.270)
Op pagina 304 kunnen we werkelijk in het hoofd van Victor kijken. Dit is een zeer aangrijpende manier om als lezer even te bekomen van de vele informatie die je krijgt. Want in deel twee kom je alles te weten over de verschillende onderzoeken en experimenten die Dokter Hoppe heeft uitgevoerd op dieren, maar ook op mensen. Het is dan ook goed dat er opnieuw wordt gekeken naar de gevoelswaarde van het hoofdpersonage en dat we even door zijn hoofd kunnen kijken en afleiden dat ook voor hem het allemaal even te veel wordt.
DEEL III
We zijn terug in de tijdsperiode waar deel één eindigde. Brijs neemt het stramien van deel één over, door het dele opnieuw onder te verdelen in hoofdstukken. Waarom heeft Brijs ervoor gekozen om de draad in deel drie op te pikken waar deel één stopte. Waarom heeft hij het eerste en derde deel niet gewoon samengevoegd tot één groot deel?
Hoofdstuk 1
In het eerste hoofdstuk bezoekt Rex Cremer het huis van Victor Hoppe. Bij bestudeerd ‘zijn werk’, Hoppe’s kinderen. In het begin twijfelde Cremer nog aan de waarheidsgetrouwheid van Hoppe’s verhaal. Maar wie niet? Ik geloofde Hoppe’s theorie in het begin van het verhaal ook niet, maar het tegendeel is bewezen. Victor Hoppe is niet debiel, niet gek en zeker geen leugenaar (tegenover zichzelf). Victor Hoppe heeft niets verzonnen en dat ziet ook Rex Cremer in. (p. 326)
Hoofdstuk 2
Ondertussen weet ik als lezer dat Victor Hoppe af en toe rare kronkelingen in zijn hoofd heeft. Maar wat er in hoofdstuk twee wordt beschreven gaat al het voorgaande te boven. Dokter Hoppe heeft een stuk van het scrotum van de zonet overleden Gunther Weber gesneden. Hij heeft letterlijk een stukje afgesneden van een dood kind. Dit bewijst nog maar eens dat emotionaliteit geen prioriteit is voor de dokter. Wetenschap dat is waar het om draait. (p.336)
Hoofdstuk 4
Victor kan de wetenschap niet loslaten. Hij wil de familie Weber helpen doorheen hun verlies van hun enige zoon, door de zoon te klonen. Daarom had hij dus dat stukje van Gunther nodig. Gaat de familie Weber instemmen met het voorstel? Ik vermoed van wel. een moeder dat haar kind verliest is het grootste verdriet dat iemand kan ervaren. Wanneer een dokter dan voorstelt dat hij je kind opnieuw kan ‘maken’ dan sla je dat voorstel niet zomaar af. (p. 344 en verder)
Hoofdstuk 5
De drieling heeft dus toch een moeder en die moeder leeft nog. Ik had het in het begin van het verhaal reeds voorspeld dat de moeder nog zou opdagen. Brijs stelde me niet teleur. (p.350)
Hoofdstuk 6
Wij zouden denken dat Victor Hoppe geschift is, omdat hij zijn kinderen laat doodgaan. Het is ethisch niet verantwoord dat hij hen niet meer voedt, wast … Hij laat hun lot over aan god, en dat vindt hij de beste oplossing. Hijzelf begrijpt echter het probleem niet. Een kijk in het hoofd van Victor Hoppe brengt zoveel duidelijkheid aan het verhaal. Deze passages bieden een meerwaarde aan de netwerken en de verschillende verhaallijnen binnen het boek.
Hij had toch alleen maar goed gedaan. Hij had er lang over nagedacht, dat wel, maar ten slotte had hij gedaan wat van hem verwacht werd. Hij was gestopt met de kinderen eten te geven en had hun lot daarmee in Gods handen gelegd. Het was immers duidelijk dat God ze had gewild, al vanaf het begin, en hij had het niet kunnen tegenhouden, wat hij ook had geprobeerd, al die jaren. (p. 371)
Hoofdstuk 8
De wanhoop van ‘de moeder’ van de drieling drijft haar naar de waarheid achter de dood van de jongens. Herr Dokter heeft de reeds overleden jongens opgeborgen in twee glazen potten gevuld met water. Ik begrijp de reactie van de moeder volledig. Haar woede, angst en verdriet bundelt ze samen in moed, moed die ze gebruikt om de dokter een steekwond aan te brengen. De verwoording van Brijs is fenomenaal. Hoe hij haar gevoelens naar voren laat komen. Je voelt als lezer haar verdriet en woede, het is alsof jij daar zelf in die kamer staat. (p. 395)
Hoofdstuk 11
De manier waarop Victor Hoppe sterft is op zijn minst uitgedrukt zeer verontrustend. Ik vraag me af waarom Brijs ervoor heeft gekozen om het hoofdpersonage te laten sterven aan het kruis van Jezus. De invloeden van de Katholieke Kerk kunnen we duidelijk zien in het boek, maar de kruisiging van Jezus is een element dat er toch uitspringt. (p.420)
Waarom heeft Brijs ervoor gekozen om wetenschap en godsdienst zo diep met elkaar te laten samensmelten? De auteur kiest voor een zeer dramatisch en tragisch einde: vele mensen sterven op een onwaarschijnlijke manier. Dit maakt dat je als lezer tot de laatste pagina blijft doorlezen. Je wilt elk raadsel uit het mysterie oplossen en je verlaat het verhaal pas wanneer je alle puzzelstukjes hebt samengevoegd tot één grote puzzel.
Om het logboek af te sluiten verwijs ik nog graag naar een trailer van het boek. Dit is niet de officiële trailer, maar het bevat wel de belangrijkste kenmerken van het boek. Trailer van het boek