Persoonlijke appreciatie

Ik wou dit boek al een tijdje in handen nemen. Bijgevolg greep ik mijn kans om het boek nu te lezen.

Sinds ik zeer jong was, vertelde mijn grootvader steevast bij elk bezoek een verhaal over de oorlog. Met een kluisterend oor, luisterde ik naar de onheilspellende verhalen van de verschrikkelijke omstandigheden. Sedert die dagen ben ik geboeid door verhalen uit de oorlog. Boeken zoals ‘De Aanslag’ van Harry Mulisch en ‘Oorlog en Terpentijn’ van Stefan Hertmans heb ik vol interesse gelezen. ‘De Boekendief’ is eveneens een oorlogsroman.

In het begin van het boek kon ik de rode draad niet goed vinden. Ik zat met een grote vraag in mijn hoofd: ‘Wie is de verteller?’ Dit was een struikelblok. Wanneer uit het boek bleek dat de verteller de Dood is, ging ik het verhaal steeds meer appreciëren. Doorgaans worden romans verteld vanuit het perspectief van een persoon. Hier is dit anders, het gaat om een buitenechtelijk iets, iets extraordinair.
Dit brengt een heel andere sfeer aan het boek. Het verhaal wordt plots veel donkerder en aangrijpender. Het gaat om een alwetende verteller, de bevoorrechte getuige. Wetende dat de Dood de verteller is, krijg je als lezer meteen het idee dat het verhaal niet positief zal eindigen.

Flashbacks en flashforwards worden gebruikt om de spanning in het boek hoog te houden. Ik vind dit echter jammer. Wanneer de schrijver het einde van het boek verklapt, was ik niet meer geneigd om nog verder te lezen. De verteller geeft geregeld hints omtrent het einde en op een gegeven moment verklapt hij alles. Wat een afknapper.

Het verhaal is zeer clichématig opgesteld. Een meisje komt in een pleeggezin, zij nemen een jood in huis, de jood wordt niet gevonden, maar gaat zelf weg, iedereen sterft door een bomaanval behalve de jood en het meisje. Het verhaal verloopt niet chronologisch, maar als lezer weet je op voorhand ongeveer wat er gaat gebeuren. Dit haalde voor mij niet weg dat ik het een mooi geschreven verhaal vond. De schrijver varieert in zijn schrijfstijl en gebruikt verschillende perspectieven om het verhaal kleur te geven. Gedetailleerde beschrijvingen van ruimte maken dat de lezer de omgeving, waar het verhaal zich afspeelt, volledig voor de ogen kan nemen.

Doorheen het hele verhaal voelde ik me emotioneel betrokken. Ik kon me volledig inleven in het personage van Liesel, maar ook in Hans Hubermanns karakter. Als ik de personages nader bekijk, kan ik vaststellen dat flat characters de bovenhand nemen. Elk personage doorstaat een conflict of meerdere conflicten, maar wordt hier niet altijd door beïnvloed. Hans wordt beschreven als een helpende en zachtaardige man. Dit is hij doorheen het hele verhaal, ondanks dat hij naar het front moest. Max: een jood die zich op de achtergrond houdt. Liesel en Rosa sluiten het meest aan bij round characters. Door de vele gebeurtenissen gaat Liesel haar naïeve karakter aan de kant zetten en wordt rebellerend tegenover het Duitse regime. Rosa krijgen we in het begin van het verhaal langs haar slechte, kwaadaardige kant te zien. Naarmate het verhaal dramatischer wordt, krijgen we ook haar rustige en liefkozende karakter te zien.

In vele oorlogsromans worden enkel gruweldaden en verschrikkelijke omstandigheden beschreven, waardoor je als lezer het gevoel krijgt dat er niets positief aan het leven is. ‘De Boekendief’ bewijst het tegendeel. Verscheidene beminnelijke, aardige, mooie mensen komen naar voren. De schoonheid en de lelijkheid van de mens staan tegenover elkaar in dit verhaal. In een periode van oorlog, angst en verdriet is de liefde en warmte voor elkaar uitermate belangrijk: Liesel en haar gezin bewijzen dat een hartelijk gezin je leven kan redden.

In de meeste verhalen rond de tweede wereldoorlog kijken we door de bril van de geallieerden. De  gruweldaden van de Duitsers worden uitbundig beschreven. Zelden wordt de oorlog door de ogen van een Duits gezin verteld. ‘De Boekendief’ treedt hier vanaf. De schrijver laat de lezer kennis maken met de gruwelijke wereld van een gezin dat wil opkomen tegen het regime.  Er waren heel wat Duitsers die niet achter Hitler stonden, maar bang waren om dit aan de buitenwereld te tonen. Wanneer je als lezer de kans krijgt om een verhaal van zo een ‘buitenstaander’ te lezen is dit werkelijk fenomenaal. Het Duitse regime door de ogen van een jong naïef meisje gezien. Alhoewel Liesel juist niet naïef was. Zij zag de gebreken in het regime, Hitlers gebreken.

Wanneer we Liesel leren kennen, kan zij niet lezen. Hans helpt haar hierbij en geleidelijk aan kan zij haar ‘gevonden’ boeken lezen. Liesel ontwikkelt een liefde voor woorden en verhalen. Zij houdt van lezen en verhalen vertellen. Daarnaast voelt zij een sterke vorm van haat naar woorden toe. Ze beseft dat woorden machtig zijn en dat je met woorden veel kan bereiken. Hitler maakt misbruik van woorden om zijn regime naar de gewone mens te brengen en het volk te manipuleren, Liesel beseft dit maar al te goed. Ik vind dit door de schrijver zeer mooi beschreven. Het verhaal laat ons steeds de mooie kant van woorden zien, maar door de pracht en praal schuilt de onverbiddelijke werkelijkheid.

Het thema van het boek bepalen is lastig. Het verhaal gaat over de oorlog, de vriendschap tussen een jood en een Duits gezin, verhalen, angst, de dood …  Het is moeilijk om te bepalen welk thema de bovenhand neemt. De thema’s ondersteunen elkaar één voor één en kunnen niet afzonderlijk worden gezien. De aanknopingspunten tussen de verschillende gebeurtenissen vormen een mooi en diepgaand geheel. Het verhaal is in elkaar gevlochten en alles is aan elkaar te linken. Dat maakt dat het boek leest als een trein. Met zijn 556 pagina’s is het geen dun boek. Je zou denken dat de zware thematiek zorgt voor lastige leesmomenten, integendeel. Het verhaal is dramatisch, maar blijft luchtig en aangenaam om te lezen. Je wordt als het ware in het verhaal gezogen en kan er pas afstand van nemen als het afgelopen is.

Na het lezen van het boek heb ik de film bekeken. Een film kan nooit weergeven wat de woorden in een boek vertellen. Woorden kunnen elke gedachte, elk gevoel, elke handeling gedetailleerd beschrijven en een beeld is maar een beeld. Desondanks vond ik de verfilming zeer nauw aansluiten bij het boek. De acteurs en setting zijn zorgvuldig gekozen en brengen de sfeer van het verhaal tot zijn recht. Het verhaal in het boek had mij emotioneel gegrepen. Ik kon het verhaal niet loslaten tot ik het boek volledig had uitgelezen. Dit ervaarde ik ook tijdens de film. Ik kon mijn ogen niet van het beeld afhouden. Met het boek in mijn achterhoofd, kon ik mij nog meer inleven met de personages. Het einde van de film vond ik zowaar aangrijpender dan in het boek. De film eindigt met de bomaanslag in de Himmelstraat, daarentegen eindigt het boek met de dood van Liesel zoveel jaren later. Je kan stellen dat het verhaal op zijn einde komt wanneer Liesels leven is voltooid of op het moment dat Hitler Liesels leven aan flarden bombardeert. Beide momenten beschrijven het afscheid van een meisje, vrouw, dat hoop heeft gevonden in een moedig en omarmend gezin.

Als je het boek nog niet hebt gelezen, kan ik ‘De Boekendief’ sterk aanraden. Het is een verhaal waar je volledig wordt in opgeslorpt.

The-Book-Thief_poster

Logboek

collage-2016-05-19

De boekendief, een boek dat ik al een tijdje wil lezen, neem ik in mijn handen en sla het open.

PROLOOG – Een Bergketen van Vuil

“Ik zal je ziel in mijn armen houden.” (blz. 10) Wie is de ik-persoon? Een buitengewoon persoon? De pagina’s erna geven mij alleen nog maar meer vragen en brengen absoluut geen duidelijkheid. Wat is de bedoeling van de kleuren? Waarom kijkt ‘hij’ naar de kleuren?

“Ik ben een resultaat.” (blz.12) Wat voor een resultaat? Een persoon kan toch geen resultaat zijn? Hoe meer pagina’s ik lees, des te meer ik me betwijfel of de ik-verteller een persoon is. Wanneer zal er een antwoord komen op de vele vragen die me stel?

Pagina 15 geeft mij een vermoeden om wie het gaat; de Dood in eigen persoon. Dit verklaart waarom hij zielen meeneemt. Hij komt soms te laat (wanneer de persoon al dood is) of komt te vroeg (wanneer de persoon nog in leven is). Echter begrijp ik nog steeds niet wat die kleuren bij het verhaal komen kijken. Pagina 20 moet verduidelijking bieden, maar dat doet het niet. De symbolen die worden voorgesteld en de uitleg hierbij horend, brengen mij alleen maar meer in de war.

DEEL EEN: Het Doodgravers Handboek

Het begin van dit deel brengt mij zekerheid omtrent mijn vermoedens in verband met de ik-verteller. Er wordt beschreven hoe ‘hij’ de ziel van Liesels broer in zijn armen slaat en meeneemt (blz. 27). Liesel ziet dit ‘gedaante’ niet, waar ik kan uit opmaken dat het niet om een zichtbaar persoon gaat. De Dood als verteller dat is wel eigenaardig.

Liesel neemt een boek op dat op het witte sneeuwtapijt ligt, bij het graf van haar broer. Is dit haar eerste gestolen boek? Het zal zonder meer een grote betekenis hebben voor haar. Kan Liesel wel lezen? Er wordt enkel beschreven wat er op de kaft staat: “Er stonden zilveren letters op het boek.” (blz. 30)

Liesel Meminger wordt naar de Himmelstraat gebracht. Een beetje ironisch. De verteller is de Dood en Liesel wordt naar een gezin gebracht die in de Hemelstraat wonen. Dit was zeker en vast geen toeval van de schrijver, of wel? (blz. 33)

Waarom is Rosa Hubermann zo een bazig en opvliegerig persoon? Zij schreeuwt tegen iedereen, zelfs haar eigen man: Hans Hubermann. Hans wordt beschreven als een zeer zachtaardig persoon. (blz. 39/ blz.67) Tegenpolen trekken elkaar aan? Waarom kiest de schrijver ervoor om Hans en Rosa als tegenpolen te beschrijven? Waarom is Hans een liefkozend persoon en Rosa helemaal niet? Wat hebben die twee karakters als invloed op Liesel?

“Het zou haar geen moeite kosten hem Papa te noemen.” (blz. 41) Waarom niet? Zullen zij een sterke band ontwikkelen?

Liesel kon niet lezen, ze wou het wel leren. Hans leerde haar het alfabet, nadien werd lezen onder de loep genomen. (blz. 70) Waarom kon Liesel niet lezen? Had niemand het haar ooit geleerd? Was zij nog nooit naar school geweest?

Is Liesel dan niet het brave meisje zoals in het begin van het verhaal wordt beschreven? Ze gaat op de vuist met enkele van haar klasgenoten uit woede. Waarom? Voelde ze zich vernederd omdat iedereen haar uitlachte? Was ze door het dolle heen van woede? (blz. 84) Ze doet haar best om voor te lezen, maar niemand begrijpt haar, behalve Rudy.

DEEL TWEE: Het Schouderophalen

Liesel had nachtmerries, ze was ongelukkig en verdrietig. Wie had haar dit allemaal aangedaan? Zelf wist ze hier het antwoord nog niet op, maar ik wel: Hitler. Haar broertje en mama zijn van haar weggenomen door het onverbiddelijke regime van de Führer. (blz.90/ blz. 103) De vraag die ik me nog steeds stel: Waarom is Liesel naar de Himmelstraat gebracht? Omdat Liesels moeder niet meer voor haar kon zorgen? Waren zij Joden? Moest zij onderduiken? Het zou in ieder geval verduidelijking bieden voor de reden van Liesels aankomst bij de Hubermanns.

Boek 2: ‘Het Schouderophalen’. Uitgerekend op de verjaardag van Hitler steelt Liesel haar tweede boek. Uit de brandstapel van alle verboden boeken, grijpt Liesel haar kans om een misdrijf te plegen. Ze was niet alleen. Wie had haar gezien? Zou Papa het opmerken dat ze een boek had gestolen? (blz. 129)

DEEL DRIE: Mein Kampf

Het eerste wat mij opvalt is de titel van het derde deel. Waarom is die vetgedrukt en de andere titel van de delen niet? Is dit een doorslaggevend deel?

Hans ruilt een paar sigaretten voor een boek. Welk boek? Het was niet voor Liesel, maar voor wie dan wel? (blz. 136) Het boek dat hij kocht was ‘Mein Kampf’ van Hilter. Waarom zou Hans Hubermann uitgesproken dit boek willen?

“Daarna komen we hem halen.” (blz. 137) Wie komt hem halen? Wie is hem?

Het moment waarop Liesel haar tweede vangst binnenhaalt uit de brandende stapel boeken werd zij gezien door een schaduw. Die schaduw blijkt de burgemeestersvrouw te zijn. (blz. 141) Liesels vermoedens blijken te kloppen.

De Jood doet zijn intrede. De jood die in de donker kamer ergens diep verborgen leeft, heeft een boek gekregen. Welk boek? Waarom praat hij tegen het boek alsof hij tegen Hand Hubermann praat? Wat is de relatie tussen Hans en Max? (blz. 150)

‘Mein Kampf’, het boek dat Max kreeg. Hetzelfde boek als Hans heeft geruild voor enkele sigaretten? Dit boek is Max’ redding. Waar gaat hij dan naartoe? (blz.169)

De Himmelstraat? Gaat Max naar Hans, Rosa en Liesel? (blz.178)

DEEL VIER: De Staande Man

Het eerste hoofdstuk van dit deel brengt duidelijkheid omtrent de relatie tussen Hans en Max. Een heel oude relatie, wel één die het leven van Max zou kunnen redden. (blz. 185) Wat een ongelooflijk gebaar van de familie Hubermann. Hun eigen leven en dat van Liesel op het spel zetten door een jood in huis te nemen. Dit toont nog maar eens aan wat voor een nobel persoon Hans is. Rosa laat ons naar haar zachte persoonlijkheid kijken: zij vormt een moeder figuur voor iedereen rondom haar, zelfs de vreemde jood die haar huis binnenvalt. (blz. 195)

“Wie waren deze mensen?” (blz. 208) Een vraag die Liesel zich stelt, maar waar ik mij eveneens kan in vinden. Wie zijn deze twee mensen die zich ontfermen over de eenzame zielen?

De verjaardag van Liesel. Ze kreeg een boek, wat ze had ze ook anders gewild? Haar ouders werden beloond met een knuffel. Max stond er wat ongemakkelijk bij, wat Liesel meteen opmerkte. Een knuffel tussen de Jood en de Boekedief was het gevolg. Een mooi gebaar van een jong meisje. (blz. 233)

DEEL VIJF: De Fluiter

Pagina 266: het gevecht tussen de Führer en Max. Een gevecht dat zich in de verbeelding van Max afspeelt, maar de werkelijkheid in enkele pagina’s weergeeft. Het regime van Hitler vecht niet met de vuisten, maar met woorden, het manipuleert zijn volk en spreekt hen woorden toe die zij niet in twijfel durven trekken. De joden willen zich verzetten, terugvechten, maar dat gaat niet. Het hele Duitse volk staat tegenover hen. Wat kunnen zij alleen beginnen tegen een man die zoveel invloed heeft op het ‘normale’ volk? Het is beangstigend om te lezen hoe het Duitse volk tijdens de oorlog niet anders kon dan gehoorzamen. Bang voor de gevaren die schuilen achter de waarheid. De Hubermanns bewijzen het tegendeel. Je kon ingaan tegen het regime, ondanks de angst het goed pad kiezen.

Liesel wordt voor de eerste keer de boekendief genoemd. Het is inderdaad een passende titel, na al die boeken die ze in haar macht had gekregen. ‘De Fluiter’ was de vangst die ze had binnengehaald tijdens haar bezoekje in het huis van de burgemeester. Samen met Rudy bedacht ze een plan om eten te stelen, maar was dit wel haar bedoeling? Neen, bedachtzaam ging ze naar binnen om ‘De Fluiter’ te veroveren. De buit was binnen. De boekendief was ontstaan. (blz. 303)

DEEL ZES: De Dromenvanger

Pagina 319: De lezer krijgt een beschrijving van de verteller. ‘Hij’ beschrijft zichzelf als iemand met een zwart mantel. Wanneer we in de spiegel kijken zien we ‘hem’. Gaat het om de dood die in elk van ons verscholen zit?

Nog steeds begrijp ik de opzet van de kleuren niet. Waarom heeft elke dode een eigen kleur? “Zoveel mensen. Zoveel kleuren.” (blz. 321)

Het hoofdstuk ‘De Sneeuwpop’ vind ik schitterend. Liesel vertelt Max elke dag het weer. Ze beschrijft de wolken, de zon, de regen en de sneeuw. Op een gegeven dag neemt ze zelfs sneeuw mee naar de kelder om samen met Max en Hans een sneeuwpop te maken. Eens de sneeuw gesmolten is, heeft dit echter slechte gevolgen voor Max. Hij wordt zwaar ziek en ligt zeer lang te bed. (blz. 323 -328)

“De bommen kwamen eraan – en ik ook.” (blz. 347) Gaat de Himmelstraat gebombardeerd worden? Gaat Liesel dood?

Ze komen kelders bekijken om te controleren of kunnen dien als schuilkelder. Max? Wat gaan ze met Max doen? (blz. 354) Max en de Hubermanns kwam er goed vanaf. De kelder kon niet gebruikt worden dus Max kon blijven waar hij was. “Het was te laat voor verontschuldigingen.” (blz. 357) Gingen zij dan toch dood?

DEEL ZEVEN: Het Complete Duden Woordenboek en Thesaurus

Er zou een abrupt einde komen aan Liesels geluk. Welke gebeurtenis zou hier de oorzaak van zijn? De bommenregen? Max die sterft? (blz. 370)

De eerste sirenes zijn daar. Max blijft alleen achter in de kelder van de Hubermanns, zijzelf trekken naar een schuilkelder. Gaat Max de aanval overleven? ( blz. 384) Max leeft nog! (blz. 389) Hij is zelfs naar boven gegaan om naar buiten te kunnen kijken. Ik kan het me niet voorstellen, nooit in de buitenlucht kunnen zijn. Wanneer iedereen veilig in de schuilkelder zat, riskeerde Max zijn leven om de buitenwereld te kunnen zien. Hij riskeerde zijn leven om bij deze mensen onder te duiken, maar naar buiten gaan kon hij niet. Het was geen geval van leven of dood, maar eerder van wanneer zal de dood mij komen halen?

De mars van de joden door de straten van het Duitse volk. Hans Hubermann zijn eigen goede zelve wil een jood helpen. Hans wat haal je toch in je hoofd? De jood kreeg zweepslagen, maar Hans bleef niet gespaard. Hoe kan hij het nu in zijn hoofd halen om een jood te helpen in klaarlichte dag met zoveel toeschouwers? De reputatie van de Hubermanns is geschonden. Zullen zij boeten voor wat Hans heeft gedaan? (blz. 405)

“Jullie hebben genoeg gedaan.” Max gaat weg? Max gaat weg. (blz. 409)

DEEL ACHT: De Woordschudder

Hans moet naar het leger. Geen verontrustende mededeling als je weet dat praktisch iedereen in het leger moest naarmate de oorlog vorderde. Daarentegen was dit in het boek wel schokkend. Liesels papa die naar het leger moet, ik had het niet zien aankomen. (blz. 427)

Hans Hubermann als lijkenverzamelaar? De slechtste combinatie ooit! (blz. 441)

Vanaf pagina 453 wordt het verhaal verteld over de woordschudder. Wat was de bedoeling van Max met het schrijven van dit verhaal? Wou hij Liesel duidelijk maken in wat voor wreed regime zij leefde?

DEEL NEGEN: De Laatste Menselijke Vreemdeling

Waarom is de burgemeestersvrouw zo vriendelijk tegen Liesel. Waarom biedt ze haar koekjes aan? (blz. 468)

Hoe kan het dat Liesel haar broertje ziet wanneer zij bij de voordeur van het huis van de burgemeester staat? Ligt het stelen van de boeken op haar geweten? (blz. 480)

Hans is gewond geraakt tijdens een ongeval met de truck. Betekent dit dat hij naar huis mag? Ja, dat betekent het! Hans Hubermann wordt herenigd met zijn familie. (blz. 485)

“Maar haar verhaal duurt nog zes maanden.” (blz. 499) Zal Liesel sterven? Of zal enkel haar geluk sterven?

DEEL TIEN: De Boekendief

Pagina 505: De Himmelstraat is gebombardeerd. Hans Hubermann is dood, Rosa Hubermann, Rudy Steiner … Iedereen is dood behalve Liesel. Waarom wordt het einde van het verhaal verklapt? Waarom het meest aangrijpende deel van het boek onthullen wanneer er nog een deel verteld moet worden? Wat had Liesels leven gered? Max’ boek! Zonder zijn aanwezigheid heeft de jood ervoor kunnen zorgen dat een jong meisje de oorlog heeft overleefd.

Max leeft nog! Hij loopt mee in een stoet van duizenden joden door de straten van Molching. (blz. 516) Ik had niet gedacht dat Liesel hem ooit nog zou terugzien, maar het tegenovergestelde heeft plaatsgevonden.

“Ik heb de woorden gehaat en ik heb van ze gehouden, en ik hoop dat ik ze recht heb gedaan.” (blz. 535) Liesel heeft door het lezen van boeken heel veel bereikt. Ze heeft andere mensen rust geboden in momenten van grote angst. Ze heeft haar eigen verhaal geschreven en vrede gesteld met haarzelf. Ze heeft een jood leren die haar zoveel heeft geleerd. Haar boeken, haar woorden zijn haar leven geworden. Zal dit altijd zo blijven?

EPILOOG – De Laatste Kleur

De gebeurtenissen na de gevreesde bomaanval worden beschreven. Ik had een vermoeden dan Liesel bij de burgemeestersvrouw zou intrekken, dit gebeurde ook. (blz. 551) Wat ik niet had verwacht, was dat Max nog leefde. Op een dag kwam hij Liesel bezoeken. Wat een totale opwekkende verrassing!

Wie is de verteller nu echt? Hij ziet Liesel net voor hij haar meeneemt. Hij toont haar ‘De Boekendief’, die hij al die jaren met zich mee heeft gedragen.