Mijn leesautobiografie

Lezen is niet altijd mijn sterkste punt geweest. In de basisschool merkte ik al vrij spoedig op dat ik achter stond qua leesniveau ten opzichte van mijn medeklasgenoten. Naschoolse bijlessen hielpen mijn niveau naar omhoog brengen, maar toch bleef ik niet vloeiend lezen. Veel oefenen was dus zeker de boodschap. Ik las verhalen voor aan mijn zus uit het kinderboek 365 nieuwe dieren verhalen, voor elke dag van het jaar was er een kort verhaaltje voorzien. Het boek Leesplezier met leuke kabouterverhalen heb ik meer dan één keer gelezen. Het dunne kinderboek vond ik zeer amusant, zowel voor ontspanning als ter voorbereiding op leesoefeningen voor school. Vlot leren lezen heeft heel veel tijd gekost maar uiteindelijk door veel boeken te lezen en om te gaan met taal in de klas, was ik voorbereid om naar het secundair onderwijs te gaan.

In de eerste graad van het secundair onderwijs werkten de leraren vooral met boekenpakketten die de leerling doorheen het jaar moest lezen en daarvan een boekbespreking moest schrijven. Boekbesprekingen maken vind ik geen goede manier om te toetsen of een leerling het boek al dan niet heeft gelezen en/of een leerling van het boek iets begrepen heeft. Kinderen moeten leren omgaan met boeken en met taal, daarom vond ik de onderwijsmanier van mijn leerkracht in het vierde jaar uitstekend. Deze meneer liet ons boeken lezen en films bekijken die zeer educatief waren en liet ons vervolgens creatief te werk gaan over deze werken. Boeken en films werden geanalyseerd, bekritiseerd, en er werd over gediscussieerd. We mochten plannen opstellen om het boek of de film te verbeteren, wat we anders zouden hebben gedaan moesten wij het verhaal verteld hebben. Deze leerkracht zette mij aan om te lezen, hij motiveerde mij. Aan de hand van deze motivatie ben ik bij het boek De helaasheid der dingen van Dimitri Verhulst terecht gekomen. Dit boek heeft me echt geïnspireerd en me aangezet om me meer te gaan verdiepen in taal. Vanaf dit moment ben ik zeer veel boeken beginnen lezen, zoals bijvoorbeeld Suikerspin van Erik Vlaminck of Lange dagen van Pia De Jong. Na de tweede graad ben ik overgestapt naar de studierichting moderne- talen wetenschappen omdat ik me meer wou focussen op talen. In de laatste twee jaren van de middelbare school werd de nadruk zeer hard gelegd op het lezen en analyseren van boeken. Boekbesprekingen werden niet meer geschreven maar wel het globaal begrijpen van boeken stond centraal. Één van deze opdrachten was om een bepaalde Nederlandstalige schrijver uit te kiezen en hierover een biografie te schrijven, waarbij we verschillende boeken moesten lezen en deze linken aan de schrijfstijl en het leven van de schrijver. Ik had gekozen voor Hugo Claus. De boeken die ik voor deze opdracht had gelezen waren onder andere Vrijdag, Een bruid in de morgen en Het haar van de hond. In mijn laatste jaar koos ik als onderwerp voor mijn eindwerk, homoseksualiteit. Rond dit onderwerp heb ik de boeken Cadans en Dubbel leven van de auteur Micha Meinderts gelezen. Deze boeken vond ik niet zo goed en waren ook niet aangenaam om te lezen, maar deze opdracht heeft me wel geleerd hoe je twee boeken met mekaar in verband kunt stellen. Als ik een top drie van boeken zou moeten geven dan zou het zeker De helaasheid der dingen van Dimitri Verhulst zijn, samen met Heerlijke nieuwe wereld van Aldous Huxley en als laatste Het haar van de hond van Hugo Claus. Het boek van Aldous Huxley heb ik in de Engelse versie (A brave new world) voor het vak Engels gelezen. Dit boek bevat zeer veel verschillende stijlen en is zeer aangrijpend maar af en toe ook moeilijk om te lezen. Literatuur hoeft niet altijd gemakkelijk te zijn en daarom vond ik het leuk om een boek te lezen waarbij je continu je aandacht moet bijhouden.

Het aangename aan een boek is dat je zelf een beeld kan vormen over de personages en de gebeurtenissen die plaatsvinden in het boek. In de ‘zes literaire competentieprofielen’ van Theo Witte situeer ik mezelf op niveau 3, reflecterend lezen. De eenvoudige literatuur die ik aangeboden kreeg gedurende de middelbare school was aangenaam om te lezen. Het nadenken en discussiëren over de boeken met mijn medestudenten vond ik altijd zeer interessant. Boeken moeten niet altijd over alledaagse dingen gaan voor mij. Het boek Heerlijke nieuwe wereld van Aldous Huxley is een fictief boek dat gaat over hoe dat de wereld er in de toekomst zal uitzien. Het boek neemt zeer veel wendingen aan en verloopt niet altijd in chronologische volgorde. Boeken die vol verrassingen zitten lees ik graag. Ik had me eventueel ook op niveau 4, interpreterend lezen kunnen plaatsen, maar ik ben niet vertrouwd met bijvoorbeeld culturele historische kennis. Als een boek veel tijd vraagt vind ik dit niet erg want ik lees heel graag. Ik merk dat ik zowel kenmerken van niveau 3 als van niveau 4 van de ‘zes literaire competentieprofielen’ van Theo Witte bevat. Literatuur mag voor mij zowel educatief als ontspannend zijn, zolang ik maar plezier kan beleven aan het lezen.