Creatieve opdracht

Via volgende link komt u terecht op een audioboek dat ik heb gemaakt. In drie belangrijke scènes wordt het leven van Pi weergegeven in een notendop.

  1. De interviewer zit in de woonkamer van Pi. Vele jaren na de schipbreuk. De gevolgen sluipen echter nog steeds in zijn dagelijks leven. (blz. 51)
  2. De schipbreuk. Piscine wil Richard Parker in de sloep helpen, maar beseft plots dat dat toch niet zo een goed idee is. (blz. 104)
  3. Piscine en Richard Parker nemen afscheid. Ze hebben het overleefd. (blz. 285)

Aan de hand van verschillende foto’s, geluidsfragmenten en zelf opgenomen stem heb ik een verhaal gemaakt, van een verhaal.

Audioboek: Het leven van Pi

 

Logboek

collage-2016-05-20

Een verhaal over een jongen die maanden samenleeft met een tijger op open zee. Welke gebeurtenissen en narigheden zal dit met zich meebrengen?

I – Toronto en Pondicherry

We krijgen een jonge man te horen die van Canada houdt, maar de warmte van India mist. Is hij gereisd naar Canada? Hij heeft geen thuisbasis meer in Pondicherry, maar dit was ooit wel zo geweest? (blz. 16) De verteller spreekt in het verleden, een flashback. Wie is Richard Parker? Hoe is hij in Mexico terechtgekomen? (blz.16)

“Net van de boot zeker?” (blz. 17) Is de ik-verteller de jongen die op zee heeft geleefd samen met de tijger? Ja, en hij heet Piscine Molitor Patel. Genoemd naar een zwembad. De jongste in zijn gezin, jongere broer van Ravi en zoon van de eigenaar van een dierentuin. (blz. 22) De dierentuin was Pi’s thuis, het was een paradijs op aarde voor hem.

Patel ziet dieren die in de open natuur leven niet als vrije dieren. Een dier zou zich op elk moment kunnen afzonderen van zijn maatschappelijke orde in de groep. Maar een dier doet dit niet, en een mens ook niet. (blz. 26) Mensen en dieren lijken zeer sterk op elkaar, niet waar?

Waarom sluit Piscine niet aan bij een godsdienstige visie? “Ik weet dat dierentuinen uit de gratie zijn. Hetzelfde geldt voor de godsdienst. Beide zijn het slachtoffer van bepaalde misvattingen over vrijheid.” (blz. 29)

Pi is niet een jongen dat over zich heen laat lopen. Hij is moedig. Zijn naam is moeilijk te schrijven. Wanneer een nieuw schooljaar van start gaat, loopt hij naar het bord en schrijft zijn naam erop. Voor de rest van het schooljaar zal iedereen zijn naam juist schrijven. (blz. 32)

Op pagina 34 komt een passage dat schuingedrukt is. Hier vertelt Pi niet zijn eigen verhaal. Wie is deze ik-verteller en wat is zijn functie in het verhaal? Gaat het om de schrijver die op zoek was naar een goed verhaal?

De mens is het gevaarlijkste dier. Daar kan ik me volledig in vinden. Het is inderdaad zo dat de mens de mogelijkheid in zich draagt om elk ander ras uit te roeien. De hele planeet is een prooi en we zullen maar voldaan zijn wanneer de prooi verslonden is. (blz. 38)

Waarom laat de vader aan zijn zonen zien hoe gevaarlijk de dieren in de dierentuin zijn? De kinderen kunnen hierdoor een trauma oplopen. Wil hij hen duidelijk maken dat zij uit de buurt moeten blijven van die dieren. Dat weten ze zelf toch ook? (blz. 45)

Pagina 51: wederom een passage schuingedrukt. Is dit een soort van observatie, een interview van Piscine? En wie is Richard Parker toch?

Piscine geloofde niet in God, maar wil Christen worden? Is er door de jaren heen iets gebeurd dat hem ervan weerhouden heeft om nog in een god te geloven? (blz. 66) Zijn geloof in goden gaat heel ver. Het lijkt erop alsof hij bezeten is door de verschillende visies.

De familie Patel is genoodzaakt om India en de dierentuin te verlaten. Canada was de bestemming in het vooruitzicht. (blz. 87)

Er wordt voortdurend een afwisseling gemaakt tussen het heden en het verleden. Het heden is het interview, gesprek tussen twee personen, vermoedelijk Piscine en een schrijver. Het verleden vertelt het verhaal van Piscine. (blz. 93)

De tijd om het leven in India achter zich te laten, is aangebroken. (blz. 95) Dieren worden over de hele wereld verscheept, maar enkele moeten mee naar het Westen.

“Uiteindelijk is alles anders gelopen dan de bedoeling was, maar wat doe je eraan? Je moet het leven nemen zoals het komt en er het beste van maken.” (blz. 99) We krijgen hier een eerste verwijzing naar wat er mogelijk zou kunnen gebeuren. Pi vertelt zijn verhaal, heeft hij in het heden dan vrede kunnen nemen met wat er in het verleden in gebeurd?

II – De Grote Oceaan

Het schip zonk tot op de bodem van de Grote Oceaan. Samen met zijn ouders, broer, vele dieren en bemanningsleden werd de Tsimtsum naar de diepte gezogen. (blz. 103) Pi was de enige die in staat was om zich in een reddingsboot te hijsen en van het schip weg te geraken. Echter had hij niet gedacht op het gezelschap dat zou volgen: Richard Parker, een Bengaalse tijger van drie jaar oud. Samen in een reddingssloep. Dit kan niet goed aflopen. Of wel?

Is Pi nu net uit de reddingssloep gesprongen? Wat dom! Zijn overlevingskansen zijn miniem in het koude water hij vriest dadelijk dood. (blz. 105)

De omgeving wordt nauwkeurig en gedetailleerd beschreven. Je kan een duidelijk beeld voor ogen nemen, hoe Pi alles zag. Zoals hij al eerder had bewezen is hij een slimme jongen. Al snel vindt hij een trucje om zich in de reddingssloep veilig te kunnen opstellen voor de tijger. (blz. 112)

Er zit niet enkel een Bengaalse tijger en een zebra in sloep, maar ook een hyena en een orang-oetan. Vier dieren en een jongen in een reddingssloep. Vijf rassen dat in de realiteit elkaar niet zouden tegenkomen en zeker niet op zo een klein oppervlak. Het komt erop aan wie als eerste zal sterven: wie zijn honger is niet meer te harden? (blz. 117) Het duurt niet lang vooraleer de hyena de zebra en de orang-oetan te grazen neemt. (blz. 135)

Het verhaal is een samenstelling van verschillende gebeurtenissen die weliswaar erg zijn, maar het wordt op een zeer eentonige manier verteld. Er zit spanning in het verhaal zelf, maar de schrijfstijl is saai? Het is moeilijk om als lezer mijn aandacht op het boek te houden.

Piscine blijft me daarentegen steeds verbazen. Hij is een veel slimmere jongen dat in dacht. Hij kan zeer logisch nadenken en dit zal hopelijk zijn redding worden. Hij bouwt een vlot om op veilige afstand van Richard Parker te zijn, maar toch nog zijn rantsoen in handbereik te hebben. (blz. 152)

Pi is zeer eenzaam en bang. Hij wil naar het vaste land en geholpen worden, maar wie kan hem helpen als niemand weet dat hij daar dobbert met een Bengaalse tijger in de reddingssloep? (blz. 164) Angst neemt zijn gedachten en handelingen over. Maar Pi is sterk en laat zijn geloof de bovenhand nemen. Zijn angsten mogen zijn overlevingskansen niet in de weg staan.

De wonderen van de oceaan komen sterk naar voren in het boek. Dieren staan centraal en zo ook vissen. Vliegende vissen. Richard en Pi zien hun kans om een grote buit binnen te halen.

Pagina 186 vind ik een zeer pakkende scène. Pi doodt voor de eerste keer een vis. Ik zou me ook verschrikkelijk voelen bij het gedacht een onschuldig dier te moeten doden. Hij had geen keus, het was vis of hijzelf. De eerste keuze leek de beste.

Honger en dorst drijven je tot het uiterste. Pi doet er alles aan om zijn honger en dorst te stillen. Wat moet je anders doen, alleen in de Grote Oceaan? Op zoek gaan naar voedsel en drank was zijn grootste bezigheid. (blz. 203)

Zoals ik al eerder had opgemerkt wordt alles zeer gedetailleerd beschreven. Dat kan ook bijna niet anders. Als je alleen maar zee rondom jou hebt, dan kijk je toch naar elke verandering in je omgeving? (blz. 217)

Redding is in zicht? Zou het waar zijn dat Richard Parker en Pi gered worden? Niets is minder waar. Het reuzeschip voer voorbij, op een haar na van de reddingssloep. Wanneer de redding voor je ogen ligt, je ziet het , je kan het bijna aanraken en je dan gewoon in de steek laat. De radeloosheid en wanhoop moet ondraaglijk zijn geweest.  (blz. 235)

Blind, dat word je van te weinig essentiële vitaminen in te nemen. Zo werden ook Richard Parker en Pi blind. Wanneer je blind bent, gaan je andere zintuigen veel beter werk leveren. Je hoort en ruikt veel scherper. (blz. 243) Is Pi nu aan het hallucineren? Is hij gek aan het worden van eenzaamheid? Of heeft hij gewoon iemand nodig om tegen te praten?

Vanaf pagina 256  tot 282 wordt besproken hoe Pi en de Bengaalse tijger voet aan wal zetten. Zij ontdekken een wonderbaarlijk eiland. Bomen die zich hebben gevestigd in de bodem van de zee. Een eiland waar stokstaartjes de heersers zijn, waar een alles-etende mist de voeten van je lijf brandt. Pi zegt zelf dat het moeilijk te geloven valt. Dit kan ik ook niet geloven. Het is onwaarschijnlijk en helemaal absurd. Is het ronddobberen op de grote Oceaan samen met een Bengaalse tijger niet al absurd genoeg? Het verhaal wordt ongeloofwaardig.

Land is in zicht en deze keer is het waar. Mexico om precies te zijn. Richard Parker kon niet snel genoeg de sloep uitspringen en poot aan grond zetten. Hij liep af op een doel: het bos. Hij draaide zich niet om. Verdween voorgoed uit het leven van Pi. Dit vindt ik een vreemd gebeuren. Dieren zijn zeer loyaal, dat heeft Richard Parker in zijn tocht op zee meerdere keren laten blijken. Ik ben er van overtuigd dat de tijger had omgekeken en niet meteen was gaan lopen, op zoek naar voedsel. (blz. 283)

III – Hospitaal Benito Juárez, Tomatlán , Mexico

Na zo een gebeuren is het logisch dat mensen komen vragen achter het verhaal. Wanneer Pi echter zijn verhaal vertelt, wat voor hem zeer emotioneel is, geloven de twee mannen van de dienst Scheepvaart van het Japanse ministerie van Verkeer hem niet. Ik kan het verhaal zelf moeilijk vatten en het is aan de lezer om te beslissen of hij/zij het al dan niet gelooft, maar uit respect betuig je toch enige vorm van medeleven. De twee mannen zijn koelbloedig en willen een ander verhaal horen, het ‘echte’ verhaal. Pi vertelt een tweede verhaal, waarbij de dieren vervangen worden door mensen. De twee mannen nemen dit verhaal op en vertrekken. (blz. 302)

Het einde van het boek laat niet blijken welk verhaal nu werkelijk klopt en laat de lezer in het onwetende achter. (blz. 318) Zoals ik reeds zei, vind ik het zelf moeilijk om het verhaal te geloven, maar zou het geen wonderbaarlijk verhaal zijn, moest het echt zijn?