De vluchtelingenstroom is een zeer actueel thema dezer dagen. De verschillende oorlogen die zich over de wereld verspreiden, zorgen ervoor dat vele gezinnen vluchten uit hun thuisland. Ze trekken naar het rijke Westen, op zoek naar geluk en veiligheid. Maar meestal wordt noch dat geluk noch die veiligheid gevonden.
De ontelbaren van Elvis Peeters, uitgebracht in 2005, is een verhaal op 173 pagina’s geprint, dat me niet snel los heeft gelaten. Het grijpt je bij de keel en blijft aan je vasthaken. Omdat je maar al te goed beseft hoe dicht bij ons bed deze thematiek ligt.
Door de ogen van ene vluchteling reis je met hem mee naar het Westen en dit is geen gewone boottocht. Het eerste deel van het boek is zeer mysterieus opgebouwd. Je weet als lezer heel weinig over de ik-persoon. Het is een man die weg wilt uit zijn land. Je kent echt niet het land van bestemming en ook de nationaliteit van de man is niet bekend. Ik vind dit een goede strategie van de schrijver. Want op deze manier kan je geen vooroordelen vormen over een bepaalde nationaliteit die de man zou kunnen hebben. Je moet het als lezer maar zelf uitzoeken van waar hij zou kunnen komen.
De kaft van het boek verraadt de huidskleur van het hoofdpersonage. ik had dit liever anders gezien. Want hierboven heb ik net de auteur geprezen om zijn vrijheid qua interpretatie van het hoofdpersonage. Misschien was het beter om een andere cover te kiezen voor het boek. Daarom kan ik me ook beter vinden in de cover met voetsporen. De voetsporen die de vluchtelingen achterlieten bij hun vertrek uit hun eigen land. De voetsporen die zouden moeten leiden naar een betere toekomst.
Peeters geeft heel weinig informatie over het hoofdpersonage. Zo, kom je als lezer geregeld te weten dat hij een bepaalde handeling uitvoert die allerlei vreemde reacties opwekt bij omstaanders. Wat die handeling juist is en wat die als betekenis heeft, wordt nooit verklaard. Dit vond ik zeer frustrerend. Het mysterieuze maakt het verhaal spannend, maar dat ik nooit te weten ben gekomen wat die handeling nu precies was frustreerde me heel hard op het einde van het boek. Je kijkt er als lezer zo naar uit om en toch kiest de auteur ervoor om het mysterie open te laten.
Waarom dit boek me nu zo hard heeft aangegrepen zijn de omschrijvingen van de auteur. Hij beschrijft alles zeer realistisch, maar ook heel poëtisch wat maakt dat je als lezer helemaal in het verhaal wordt gezogen. Je ziet elke gebeurtenis zo echt voor je ogen dat ikzelf angstig werd op het moment dat het hoofdpersonage op de boot zit. De setting, de geuren … worden zo goed beschreven dat ik er haast zelf van moest overgeven. Die erbarmelijke omstandigheden. Ik krijg nog steeds een rilling over mijn rug als ik eraan terugdenk. Ik raakt mij zeer diep, omdat ik heel goed weet dat vluchtelingen inderdaad alles doen om uit hun benarde situatie gered te kunnen worden. Maar wij, westerlingen staan hier vaak te weinig bij stil.
Opnieuw daalde een groep mensen de ladders af, baande zich een weg waar er geen meer was. Een emmer die ergens was neergezet werd omgestoten, er werd gevloekt en gelachen, in enkele tellen overspoelde ons een adembenemende bruine stank, iemand gaf voer, een kind misschien, of een vrouw, het kokhalzen liet niet toe het zeker te weten. (p.40)
Ik vroeg me steeds af hoe wij, westerlingen, de directe invloed van de toestroming van duizenden vluchtelingen, zouden aanpakken. Je ziet tegenwoordig hier en daar wel wat oude gebouwen die werden omgetoverd tot opvangtehuizen, maar nooit heb ik zelf gezien hoe die mensen door hun angst en zoektocht naar vrijheid worden gedreven. In het tweede deel van het boek kon ik me dan ook heel goed vinden. Hier wordt namelijk de situatie beschreven van enkele dorpen die worden overspoeld door een toestroom van vluchtelingen. Eerst kunnen zij nog terecht in scholen, sportzalen, oude gebouwen, … maar als snel blijkt dat dit niet voldoende is. De westerse inwoners worden geconfronteerd met een probleem die ze nooit voor ogen hadden gezien. Het tweede deel was voor mij ook ogen opentrekkend. Je leest de verbeelding van de auteur, hoe hij de situatie zou zien, maar je vraagt jezelf ook continu af of dit zo zou verlopen in de realiteit.
Wat ik zeer machtig vind in het tweede deel is dat je het perspectief van iedereen in het dorp te weten komt, auctoriale vertellers. Je kijkt zowel door de ogen van de inwoners zelf als van de overheid die machteloos is tegen de opzet van duizenden vluchtelingen. Je komt als inwoner de maatschappelijke situatie enkel te weten via media. Je weet nooit echt wat de overheid allemaal doet aan de situatie. Vaak zijn inwoners gefrustreerd, omdat ze denken dat de hogere machten niet goed genoeg hun best doen. Dit is echter helemaal niet zo en ik vind het dan ook prachtig dat de auteur deze elementen in het boek heeft verwerkt.
In het begin vroeg ik me af waarom de auteur het verhaal heeft opgesplitst in drie delen. Nu, vind ik dat dit een zeer strategische zet is geweest. Als lezer word je in het eerste deel in het ongewisse gelaten. Je hunkert naar antwoorden en wil alles te weten komen over het hoofdpersonage. In het tweede deel daarentegen krijg je tonnen informatie en emoties over je hoofd gegoten dat je de dozen ‘Kleenex’ niet ver mag laten staan. Het grijpt je aan en neemt je bij de keel. Waar deel een zo onverschillig was, is deel twee overgevoelig. Het laatste deel brengt de twee voorgaande delen dan weer samen en het boek eindigt met een open einde. Zeer slimme zet toch? Want tot op het einde blijf je als lezer aan het verhaal gekluisterd. Het open einde versterkt dit dan nog eens wat maakt dat je als lezer achterblijft met een gebroken gevoel.
Ik vond dit een zeer pakkend verhaal dat lang in mijn hoofd is blijven ronddwalen. Ik heb het boek dan ook even laten rusten vooraleer ik deze recensie kon schrijven. Het poëtisch taalgebruik maakt het verhaal zo realistisch en de thematiek van de vluchtende mens zet je aan het denken over de werkelijkheid. Het is allesbehalve een dik boek, maar de indringende thematiek valt niet te onderschatten.